Correspondentie met en mails aan de overheid sneller openbaar
De Raad van State kiest in de uitspraak van 20 december 2017 voor een geheel andere koers. De procedure ging om een Wob-verzoek van Praxis om openbaarmaking van mails en correspondentie tussen de gemeente Almelo en Hornbach over een beroepsprocedure over het bestemmingsplan Rhijnbeek, waarin de nieuwvestiging van een Hornbach mogelijk werd gemaakt. Hornbach en de gemeente Almelo trokken in die beroepsprocedure kennelijk samen op. Praxis wilde via de Wob graag vernemen welke uitwisseling van informatie tussen de gemeente Almelo en Hornbach had plaatsgevonden. Onder de ‘oude’ lijn viel de correspondentie tussen de gemeente en Hornbach onder intern beraad en zou deze daarom waarschijnlijk geheim blijven.
De Raad van State is echter – anders dan voorheen – van oordeel dat geen sprake is van “intern beraad” als daarbij een externe is betrokken (in dit geval Hornbach) die een eigen belang behartigt dat bij dat beraad een rol speelt. Die derde adviseert dan immers niet, of niet uitsluitend, in het belang van het bestuursorgaan dat hem om advies heeft gevraagd, maar zijn inbreng wordt (mede) ingegeven door een eigen belang bij de uitkomst van het beraad.
Consequentie van deze nieuwe lijn is dat de overheid en een aanvrager van een vergunning of een procespartij veel moeilijker vertrouwelijk stukken en informatie kunnen uitwisselen. Vanaf 20 december 2017 is in die situatie niet langer sprake van intern beraad en zijn stukken eerder openbaar.
Tot slot een persoonlijke noot. De Raad van State verwijst in de uitspraak van 20 december 2017 naar haar laatste “oude” lijn uitspraak. In die zaak trad ik op als gemachtigde van een Wob-verzoeker die via de Wob inzage wilde in stukken die waren gewisseld tussen derden met een eigen belang (TenneT, Stedin) en de minister van Economische Zaken. De minister vond dat sprake was van intern beraad; wij vonden van niet, omdat TenneT en Stedin niet zomaar derden waren, maar derden met een eigen belang bij de uitkomst van het besluitvormingsproces. De afwijzing van het Wob-verzoek bleef echter bij de Raad van State overeind, omdat de Raad van State – toen nog wel – vond dat sprake was van intern beraad. Ik had liever gezien dat de Afdeling in mijn zaak was omgegaan, zodat mijn cliënt de gevraagde informatie wel had gekregen.