Spring naar inhoud

Wanneer kom je als werkgever in aanmerking voor werktijdverkorting?

Let op! In verband met de noodmaatregelen die het kabinet op 17 maart 2020 bekend heeft gemaakt is dit blog over de werktijdverkorting (tijdelijk) niet van toepassing. Op 18 maart 2020 heeft Stephanie Huuskes een nieuw blog 'Werktijdverkorting per direct stopgezet, noodfonds overbrugging werkgelegenheid' gepubliceerd met de juiste en actuele informatie.

Met de uitbraak van het coronavirus en de opgelegde maatregelen vanuit de overheid liggen veel bedrijven grotendeels stil. Werknemers kunnen of mogen niet meer werken. Omdat er sprake is van een buitengewone gebeurtenis die niet valt onder het normale ondernemersrisico kunnen bedrijven die getroffen worden door de gevolgen van het coronavirus en aan de voorwaarden voldoen in aanmerking komen voor werktijdverkorting.

Voorwaarden

De overheid heeft aangegeven dat het coronavirus wordt aangemerkt als een buitengewone omstandigheid die niet valt onder het normale ondernemersrisico. Indien er als gevolg van het coronavirus tijdelijk te weinig werk is in een onderneming, kan een vergunning voor werktijdverkorting worden aangevraagd bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Om in aanmerking te komen voor een vergunning voor werktijdverkorting moet de noodsituatie ten minste twee weken en maximaal 24 weken voor werkuitval zorgen. Ook moet er ten minste 20% van de arbeidscapaciteit niet kunnen worden benut.

Een vergunning voor werktijdverkorting kan alleen worden aangevraagd voor werknemers waarvoor een loondoorbetalingsplicht bestaat. Voor oproepkrachten met een nul-urencontract en uitzendkrachten kan daarom geen werktijdverkorting worden aangevraagd. Daarnaast geldt ook dat voor zieke werknemers geen werktijdverkorting kan worden aangevraagd. Voor deze werknemers geldt de gewone loondoorbetalingsverplichting bij ziekte.

Aanvraag en toepassing werktijdverkorting

Een aanvraag voor een vergunning voor werktijdverkorting kan bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) door middel van het invullen van een webformulier. Daarbij moet een lijst worden toegevoegd van werknemers op wie de werktijdverkorting van toepassing is.

Op het formulier moet de werkgever aangeven dat de werktijdverkorting wordt aangevraagd vanwege het coronavirus. Daaruit moet duidelijk blijken dat het coronavirus de oorzaak is van de verminderde werkzaamheden. Onderbouw daarom de vermindering van werkzaamheden en waarom deze vermindering verband houdt met het coronavirus. Bij een onvolledige aanvraag kan het ministerie verzoeken om een nadere toelichting, wat zal leiden tot een vertraging van de aanvraag.

Zodra het ministerie een vergunning heeft verleend, is de werkgever verplicht hiervan melding te maken bij het UWV. Hiervoor moet het formulier ‘Melding werktijdverkorting’ ingevuld en verstuurd worden. Een eventuele verlenging van de vergunning hoeft niet gemeld te worden bij het UWV.

Loondoorbetaling en WW-uitkering

Indien een vergunning voor werktijdverkorting is verleend door het ministerie is de werkgever voor de vergunningsperiode niet verplicht het loon van de werknemers waarop de vergunning ziet door te betalen. Dit geldt op basis van de ‘Regeling onwerkbaar weer’ die per 1 januari 2020 in werking is getreden. Deze naam is misleidend, hierin wordt namelijk ook de loonbetaling in geval van ‘niet natuurlijke’ omstandigheden geregeld. Bij toewijzing van de werktijdverkorting, hoeft dus geen loon te worden betaald. Dit kan wel anders zijn op grond van een cao of individuele afspraken in de arbeidsovereenkomst.

Als het loon van de werknemers wordt stopgezet, vallen zij terug op de WW-uitkering. De werknemers om wie het gaat moeten daarom wel WW-rechten hebben opgebouwd. Na de melding aan het UWV dat een vergunning is verleend en na afloop van de vergunningsperiode kan een tijdelijke WW-uitkering wegens werktijdverkorting worden aangevraagd. De WW-uitkering moet binnen een week na afloop van de vergunningsperiode worden aangevraagd. Als de betreffende werknemer voldoet aan de vereisten van de Werkloosheidswet, vergoedt het UWV achteraf de uren dat de werknemers niet werkten tijdens de vergunningsperiode. Dit geldt dus alleen voor de uren waarvoor een vergunning is verleend.  

Voor meer informatie en vragen over werktijdverkorting kun je terecht bij ons team arbeidsrecht.