Spring naar inhoud

Zonder uitzondering aardgasvrij bouwen vanaf 1 juli 2018?

In Groningen weten we het al lang, maar ook landelijk is nu wel duidelijk dat we toch echt van het gas af moeten. Daarvoor is op 1 juli 2018 een belangrijke stap gezet. Per die datum is artikel 10 lid 7 van de Gaswet in werking getreden. Daarin staat kort gezegd dat de netbeheerders van een gastransportnetwerk niet langer als taak hebben om nieuwe bouwwerken van kleinverbruikers (woningen, kleine bedrijven, utiliteitsbouw) aan te sluiten op het gas. Omdat een netbeheerder slechts wettelijke taken mag uitvoeren, is het netbeheerders vanaf 1 juli 2018 dus niet toegestaan om nieuwbouw van een gasaansluiting te voorzien. Daarmee heeft de wetgever dus een duidelijke keuze gemaakt voor aardgasvrij bouwen.

Geen regel zonder uitzondering

Vanwege de krapte op de woningmarkt wil de wetgever voorkomen dat aardgasvrij bouwen leidt tot vertraging of problemen in de bouwproductie. Daarom is eveneens op 1 juli 2018 de Regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht in werking getreden. Deze regeling maakt B&W bevoegd om gebieden of projecten aan te wijzen waar de gasaansluitplicht nog wel geldt. Het moet dan gaan om gebieden waar de gasaansluitplicht strikt noodzakelijk is om zwaarwegende redenen van algemeen belang, waaronder begrepen de maatschappelijke kosten en baten. De Regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht werkt deze aanwijzingsbevoegdheid uit en noemt categorieën van gevallen waarin zo’n gebiedsaanwijzing met gasaansluitplicht mogelijk is:

  • Tijdelijke situaties: bouwprojecten die al zover ontwikkeld zijn dat naar verwachting voor 1 januari 2019 een omgevingsvergunning wordt aangevraagd: als aannemelijk is dat deze projecten minder snel tot stand komen door aardgasvrij te bouwen of als aanpassing van zo’n ontwerp een problematisch beroep doet op schaarse productiemiddelen in de bouwsector (artikel 2 Regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht);
  • Structurele situaties: artikel 1 Regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht noemt structurele situaties, waarin B&W gebieden kunnen aanwijzen waar (nog) wel op gas kan worden aangesloten. Bijvoorbeeld als het niet aansluiten van woningen op het gastransportnet een risico vormt voor de realisatie van het gemeentelijk beleid gericht op het binnen vijf jaren aardgasvrij maken van een gebied. Of wanneer de kosten voor aardgasvrij bouwen zo hoog zijn dat dat bouwen daardoor feitelijk onmogelijk wordt.

Zware motiveringsplicht

Als B&W een gebied aanwijzen waar gasaansluitingen zijn toegestaan, dan geldt een zware motiveringsplicht. Zo’n aanwijzingsbesluit mag alleen betrekking hebben op specifieke projecten of locaties. Het op voorhand aanwijzen van delen van een gemeente is niet toegestaan. B&W zullen voorts rekening moeten houden met (energie)beleid van andere overheden, bijvoorbeeld regionale energieplannen van provincies. De aanwijzing moet binnen tien werkdagen worden gemeld bij de Autoriteit consument en markt.

Procedure en rechtsbescherming

De aanwijzing van een gebied of project waar de gasaansluitplicht geldt, is een besluit in de zin van de Awb. Daartegen kunnen belanghebbenden bezwaar maken en daarna beroep instellen bij de bestuursrechter. Bouwers kunnen B&W verzoeken een aanwijzingsbesluit te nemen; indien B&W dat weigeren, kan ook tegen die weigering worden geprocedeerd.

De Gaswet en de Regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht schrijven geen bijzondere voorbereidingsprocedure voor. B&W kunnen ervoor kiezen om de openbare voorbereidingsprocedure van Afdeling 3.4 van de Awb toe te passen. In dat geval wordt een ontwerp-aanwijzingsbesluit ter inzage gelegd en kunnen belanghebbenden daartegen gedurende zes weken zienswijzen indienen. Daarna is direct beroep bij de bestuursrechter mogelijk en geldt dus niet eerst bezwarenprocedure.

Hoe om te gaan met bouwaanvragen voor nieuwbouw mét gasaansluiting?

De Wabo kent geen expliciete weigeringsgrond voor aanvragen om (bouw)omgevingsvergunning voor gebouwen met een gasaansluiting. Volgens het Factsheet gasaansluitplicht nieuwbouw (d.d. 25 mei 2018) kan zo’n bouwaanvraag desondanks geweigerd worden; als een bouwaanvraag voorziet in een gasaansluiting die in verband met artikel 10 lid 7 Gaswet niet gerealiseerd kan worden, heeft de aanvrager onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het bouwplan aan de geldende EPC-eis kan voldoen. Ik zou menen dat – na een geboden herstelmogelijkheid ex artikel 4:5 Awb- buiten behandeling laten van zo’n aanvraag juridisch juister is dan weigeren, maar voor het eindresultaat maakt dat geen verschil. De omgevingsvergunning komt er niet.