Spring naar inhoud

Informatie voor betrokkenen bij faillissementen

Op 20 februari 2018 heeft de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, het faillissement van Banketfabriek Jac. Vegter B.V. uitgesproken. Banketfabriek Vegter – bekend van de rolletjes en de knijpertjes – is op eigen verzoek van directeur Ger Vegter failliet verklaard. Het faillissement van Banketfabriek Vegter spreekt tot de verbeelding. Tot op de werkvloer van ons Groningse advocatenkantoor zijn de nieuwjaarsrolletjes van Banketfabriek Vegter een traditie.

De insolventierechtadvocaten van PlasBossinade staan, naar aanleiding van het faillissement van Banketfabriek Vegter stil bij een aantal veel voorkomende onderwerpen in faillissementen. Het faillissement heeft gevolgen voor allerlei betrokkenen, zoals verhuurders, werknemers of leveranciers. Hierna bespreken we voor deze betrokkenen enkele algemene aandachtspunten die van belang kunnen zijn om positie te bepalen.

Curator

De Rechtbank stelt in het vonnis tot faillietverklaring een curator aan. De curator is door het faillissement belast met het beheer van het vermogen en de afwikkeling van het faillissement.

Op de dag van faillietverklaring vormt de curator zich ter plekke een beeld van de onderneming. De curator maakt een inventarisatie en bekijkt of de activiteiten kunnen worden voortgezet, in afwachting van een eventuele doorstart.

Rechter-commissaris

Naast de aanstelling van een curator wordt er ook in ieder faillissement een rechter-commissaris benoemd. De rechter-commissaris houdt toezicht op de curator. Voor belangrijke handelingen – zoals het opzeggen van arbeidsovereenkomsten – heeft de curator goedkeuring van de rechter-commissaris nodig. Als een betrokkene bij een faillissement het oneens is met de handelwijze van de curator of juist een bepaalde handeling van hem verlangt, kan de tussenkomst van de  rechter-commissaris worden gevraagd. De rechter-commissaris kan de curator bevelen geven.

Doorstart

De curator heeft de taak om zoveel mogelijk geld bijeen te brengen voor de schuldeisers. Daarom onderzoekt hij de mogelijkheden voor een doorstart van de onderneming. Bij een doorstart worden de activiteiten van de failliete vennootschap overgenomen door een doorstarter die de inventaris, voorraden, vorderingen, resterende goodwill  van de onderneming, etc., koopt van de curator. De betaalde koopsom komt – na aftrek van faillissementskosten – ten goede aan de gezamenlijke schuldeisers. Om te voorkomen dat de activiteiten te lang stil komen te liggen, moet een doorstart in een zo kort mogelijk tijdsbestek plaatsvinden.

Als u geïnteresseerd bent in overname van (een deel van) de activiteiten van een failliet bedrijf, is het belangrijk dat u zich snel bij de curator meldt. Meestal wordt, na ondertekening van een geheimhoudingsverklaring, informatie over de onderneming toegestuurd zodat u zich een beeld kan vormen van (de waarde van) de onderneming. Als er belangstelling is voor een doorstart, dan zal de curator een biedingsprotocol vaststellen om te waarborgen dat alle geïnteresseerden gelijke kansen hebben.

Een overname uit een faillissement verloopt anders dan een normale overname. Zo zal een curator over het algemeen geen garantie verlenen voor het goed functioneren van de activa of de juistheid van de door of namens hem aangeleverde informatie. Bovendien moet u bij een doorstart rekening houden met de arbeidsrechtelijke positie van werknemers. U leest daarover meer hierna onder het kopje ‘werknemers’.

Het is verstandig een in het faillissementsrecht gespecialiseerde advocaat te betrekken bij uw onderhandelingen met de curator over een doorstart. De advocaten insolventierecht van PlasBossinade kunnen  u begeleiden bij de keuze voor een onderhandelingsstrategie en u adviseren over de risico’s van de doorstart. Zo behaalt u het beste resultaat en voorkomt u nare verrassingen achteraf.

Verkoop activa

Als een doorstart niet aan de orde is of de onderhandelingen om een doorstart te bereiken niet slagen, zal de curator proberen de activa (inventaris en voorraden) te verkopen door middel van een onderhandse verkoop of (online) veiling. Het nadeel hiervan ten opzichte van een doorstart is dat de eventueel resterende goodwill niet ten gelde kan worden gemaakt. Als u geïnteresseerd bent in het kopen van (een deel van) de activa van een failliete onderneming, is het zaak dat u zich zo snel mogelijk meldt bij de curator en uw concrete interesse aangeeft. Ook bij verkoop van de activa geldt dat een curator geen garanties geeft.

Werknemers

Een doorstart is mede erop gericht arbeidsplaatsen te behouden. Het is niet ondenkbaar dat u als werknemer van een failliete onderneming een ‘nieuwe’ baan krijgt aangeboden van de doorstarter, maar hij is daartoe niet verplicht.

In het geval dat de doorstarter u een aanbod doet, is het van belang dat u zich bewust bent van uw (relatief sterke) rechtspositie. De doorstarter mag u in beginsel geen arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aanbieden indien u met de gefailleerde werkgever een overeenkomst voor onbepaalde tijd had. Verder is het de doorstarter in veel gevallen niet toegestaan u een arbeidsovereenkomst aan te bieden met een proeftijd. Het is voor de doorstarter wel mogelijk u een lager salaris aan te bieden. Het niet accepteren van de nieuwe arbeidsovereenkomst zou consequenties kunnen hebben voor uw recht op een WW-uitkering.

De curator zal in het algemeen zo spoedig mogelijk uw arbeidsovereenkomst opzeggen. Uw rechtspositie als werknemer in faillissement is slechter dan buiten faillissement. Zo is de curator niet gebonden aan opzegverboden en geldt in veel gevallen een kortere opzegtermijn. De curator dient een opzegtermijn van maximaal zes weken in acht te nemen of zoveel korter als wettelijk is voorgeschreven dan wel is overeengekomen. Het is vrijwel kansloos om de opzegging aan te vechten.

Wanneer u als werknemer voorafgaand aan het faillissement al een tijd geen loon meer heeft ontvangen, neemt het UWV deze loonbetalingsverplichting – tot maximaal dertien weken voorafgaand aan het faillissement - over van de gefailleerde werkgever. Doorgaans informeert de curator u over uw rechten in deze. In de meeste gevallen neemt ook het UWV contact met u op om één en ander in goede banen te leiden. Ook de loondoorbetalingsverplichting tijdens de opzegtermijn wordt door het UWV overgenomen. Voor beide gevallen geldt dat onder het loon ook de gebruikelijke toeslagen, pensioenpremies en vakantiegeld vallen.

Leveranciers

De curator zal openstaande vorderingen van leveranciers in beginsel niet voldoen. Deze vorderingen kunt u als leverancier bij de curator indienen. De curator zal u daarbij verzoeken uw vordering te specificeren en hem te voorzien van de onderliggende facturen en eventueel de overeenkomst.

In het geval u goederen onder eigendomsvoorbehoud hebt geleverd hebt u een sterkere positie. Als de factuur die ziet op de levering van de goederen die onder eigendomsvoorbehoud zijn geleverd nog niet (volledig) is betaald, kunt u de goederen onder voorwaarden terugvorderen. U dient hierover zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de curator. Als op de factuur nog een relatief klein bedrag openstaat, kan de curator geneigd zijn het resterende bedrag aan u te betalen zodat het eigendomsvoorbehoud vervalt en hij vrijelijk over de goederen kan beschikken. Van belang is wel dat u exact kunt aantonen welke goederen onder het eigendomsvoorbehoud vallen. Als de goederen niet voldoende te identificeren zijn, zal het voorbehoud worden afgewezen.   

Als u in de periode van zestig dagen voorafgaand aan het faillissement roerende zaken aan de gefailleerde vennootschap hebt geleverd en de koopprijs is nog niet voldaan, kunt u in veel gevallen uw zaken terugvorderen. De geleverde zaken moeten zich nog wel in dezelfde staat bevinden als waarin ze werden afgeleverd en de betalingstermijn mag niet langer dan zes weken zijn verstreken. Mocht u zich willen beroepen op dit ‘recht van reclame’ , dan kunt u de curator hiervan schriftelijk op de hoogte stellen. De curator heeft daardoor de gelegenheid alsnog de koopprijs te betalen dan wel zekerheid voor betaling te stellen.

Mocht u als leverancier vragen hebben, bijvoorbeeld over het inroepen van het recht van reclame of een eigendomsvoorbehoud, dan kunt u contact opnemen met onze advocaten.

Verhuurders

Het komt regelmatig voor dat een failliete onderneming gebruik maakt van gehuurde bedrijfsruimten en de huur (deels) onbetaald is gebleven. Als dit het geval is en de activiteiten van de failliete onderneming niet worden voortgezet of het onroerend goed niet nodig is voor een doorstart, zal de curator de huurovereenkomst(en) opzeggen met een opzegtermijn van in beginsel drie maanden.

Als de curator stil blijft zitten, kan het in sommige gevallen verstandig zijn voor de verhuurder om zelf op te zeggen. Daarmee wordt voorkomen dat de vorderingen op de failliete huurder oplopen en langer moet worden gewacht voordat het pand aan een ander kan worden verhuurd.

Na beëindiging van de huur ontstaat vaak discussie over wie er verantwoordelijk is voor de ontruiming van het gehuurde. Het is van belang om in een dergelijk debat zorgvuldig positie te kiezen. Wij helpen u daar graag mee.

Een verhuurder heeft soms een bankgarantie, borgsom of andere vorm van zekerheid bedongen bij het aangaan van de huur. Onze advocaten kunnen u adviseren op welke wijze u deze zekerheden het beste kunt inroepen, om de hoogste opbrengst te realiseren.

De vordering van de verhuurder van onroerend goed die ziet op de huurachterstand in de periode voorafgaand aan faillietverklaring is een concurrente vordering. De huur over de periode na datum faillissement is een boedelschuld. Deze schuld staat hoger in rang dan de concurrente vordering en u heeft dan ook meer kans om deze vordering (deels) voldaan te krijgen.

Crediteuren

Crediteuren kunnen hun vordering indienen bij de curator. Als er zekerheden zijn bedongen (zoals bijvoorbeeld een pandrecht), dan moet u de curator hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen. De curator zal u vragen hiervan bewijs te leveren.

Na het uitspreken van het faillissement kunnen geen zekerheden meer door de failliete onderneming worden gesteld. Het is over het algemeen verstandig bij het aangaan van overeenkomsten stil te staan bij uw positie in het geval uw contractspartner failleert. Ook op dit punt kunnen wij u van dienst zijn.

Na het indienen van uw vordering zult u meestal moeten wachten tot het moment dat de curator de failliete vennootschap heeft afgewikkeld, alle activa te gelde heeft gemaakt en een rangregeling heeft opgesteld. De rangregeling geeft de rangorde van crediteuren aan en bepaalt zodoende de kans op betaling van uw vordering.

Als in uw vordering btw is begrepen, kunt u de aan de Belastingdienst afgedragen btw terugvorderen. Hiervoor dient vast te staan dat uw vordering oninbaar is geworden. Een vordering is oninbaar op het moment dat deze één jaar nadat deze opeisbaar is geworden, niet is betaald. U kunt de afgedragen BTW dus één jaar nadat deze vordering opeisbaar is geworden, terugvorderen. Een vordering is over het algemeen opeisbaar zodra de overeengekomen betalingstermijn is verstreken.

De termijn van een jaar heeft het karakter van een bewijsvermoeden. Dit betekent dat wanneer eerder komt vast te staan dat er geen uitkering valt te verwachten uit het faillissement van de gefailleerde, u eerder de afgedragen btw kunt terugvorderen van de Belastingdienst. U kunt dit afleiden uit de faillissementsverslagen van de curator of de curator vragen u hierover te informeren.

Als u naast crediteur ook debiteur bent van de gefailleerde kunt u zich mogelijk beroepen op verrekening. Voor verrekening in faillissement is vereist dat beide vorderingen zijn ontstaan voor datum faillissement of voortvloeien uit handelingen die zijn verricht vóór de . U doet eenvoudig een beroep op verrekening door de curator te laten weten dat u zich hierop beroept. Onze advocaten kunnen u bijstaan als dit leidt tot discussie met de curator.