Spring naar inhoud

Energiebesparing in gebouwen

De wetgeving op het gebied van energiebesparing komt inmiddels aardig op stoom. Zie je door de bomen het bos nog? Wij zetten de belangrijkste ontwikkelingen kort op een rij.

Informatieplicht energiebesparing per 1 juli 2019

Op 1 juli 2019 dienden de meeste ondernemers bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) digitaal te melden welke maatregelen op het gebied van energiebesparing zij al hebben getroffen. Die verplichting staat in artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit en geldt vierjaarlijks. Alle maatregelen met een terugverdientijd van minder dan vijf jaren moeten worden gemeld. Gemeenten zien toe op de naleving van deze meldingsplicht en kunnen bij niet naleving daarvan dwangsommen opleggen.

Om ingewikkelde berekeningen over terugverdientijden te voorkomen heeft de wetgever voor veel branches erkende maatregelen lijsten (EML) opgesteld. Indien je alle maatregelen van de lijst voor jouw branche hebt getroffen, kun je dat melden bij RVO. Je wordt dan geacht te hebben voldaan aan de informatieplicht energiebesparing en aan de verplichting om alle maatregelen te treffen met een terugverdientijd van minder dan vijf jaar. Het is dan aan de gemeente om het tegendeel te bewijzen.

Nieuwbouw: Bijna energie neutrale gebouwen per 1 januari 2021

Vergunningaanvragen voor nieuwbouw moeten vanaf 1 januari 2021 voldoen aan de eisen voor “bijna energie neutrale gebouwen” (BENG). Die BENG-eisen komen in de plaats van de huidige energieprestatiecoëfficiënt (EPC). De BENG-eisen omvatten drie categorieën:

  1. de maximale energiebehoefte in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar
  2. het maximale primaire fossiel emissiegebruik, eveneens in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar
  3. het minimale percentage hernieuwbare energie

De eisen kunnen per gebouwtype verschillen. Voor woningen gelden bijvoorbeeld andere eisen dan voor bedrijfsgebouwen. De BENG-eisen vervangen per 1 januari 2021 de huidige EPC van hoofdstuk 5 van het Bouwbesluit.

Bestaande bouw: Energielabel

De huidige EPC en de nieuwe BENG-eisen gelden voor nieuwbouw. Daaraan wordt getoetst bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouw (bouwvergunning). Voor bestaande gebouwen geldt de energielabelverplichting uit het Besluit energieprestatie gebouwen, met daarin bijvoorbeeld de verplichting om bij verkoop en verhuur een energielabel te verstrekken aan de koper of huurder. Verkoop of verhuur zonder geldig energielabel kan een boete opleveren van 170 euro voor natuurlijke personen of 340 euro voor rechtspersonen. Een energielabel wordt vastgesteld op basis van gegevens zoals woningtype, beglazing, isolatie, zonneboiler en zonnepaneel (art. 2 lid 2 Regeling energieprestatie gebouwen).

Bestaande woningen: Energie index

Naast EPC, BENG en Energielabel, kennen we ook nog de Energie-index. Die wordt op grond van het Woningwaarderingsstelsel (WWS) van Bijlage I bij het Besluit huurprijzen woonruimte gebruikt bij de bepaling van de maximale huurprijs van niet geliberaliseerde woonruimte. Een energie-index wordt afgegeven door een gecertificeerd energie-adviseur. Die doet onderzoek ter plaatse – dus in de woning – en berekent op basis van 150 kenmerken van de woning de energie-index. Op basis van de energie-index kan overigens ook het energielabel worden vastgesteld (art. 2 lid 4 Regeling energieprestatie gebouwen).

Kantoren per 1 januari 2023: Energielabel C

Per 1 januari 2023 moet elk kantoor dat groter is dan 100m² minimaal energielabel C hebben. Dat betekent een energie-index van 1,3 of beter. Voldoet het pand niet aan de eisen, dan mag het per 1 januari 2023 niet meer als kantoor worden gebruikt. Die verplichting staat in artikel 5.11 van het Bouwbesluit 2012.

De label C-verplichting geldt niet als de kantoorfunctie van een gebouw kleiner is dan 50% van de totale gebruiksoppervlakte. En evenmin voor kantoren in monumentale panden of panden die binnen twee jaar worden gesloopt, getransformeerd of onteigend.