Spring naar inhoud

Ondernemingsrecht

Onderstaand een aantal veelgestelde juridische vragen en antwoorden over ondernemingsrecht.

Welke rechtsvorm het beste bij u past, hangt af van uw specifieke situatie en wensen. Als startende kleine zelfstandige zult u om fiscale redenen vaak eerst uw onderneming in een eenmanszaak willen drijven. Aan de andere kant bent u met een eenmanszaak wel met uw privé-vermogen aansprakelijk voor schulden. Bij rechtspersonen, zoals een BV, is sprake van een zelfstandige entiteit met een afgescheiden vermogen en bent u alleen in uitzonderlijke gevallen in privé aansprakelijk.

Een BV wordt opgericht via de notaris. De notaris stelt de akte van oprichting op met daarin de statuten. De notaris zorgt ervoor dat de BV wordt ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Voorheen golden allerlei oprichtingsformaliteiten die tegenwoordig niet meer gelden, zoals het storten van een minimumkapitaal van € 18.000 en het verkrijgen van een ministeriele verklaring van geen bezwaar. Oprichting is daarmee een stuk gemakkelijker geworden.

Hoewel er sinds 2012 meer vrijheid is bij de inrichting van statuten, zijn er genoeg redenen om toch een aandeelhoudersovereenkomst te sluiten. Aandeelhouders kunnen hun afspraken dan gemakkelijker en specifieker regelen. Dit is vaak gewenst bij 50%-50% verhoudingen, maar ook als er specifieke wensen zijn voor wat betreft de besluitvorming, informatievoorziening, toetreding en vertrek van aandeelhouders (leaver-bepalingen), et cetera. Een aandeelhoudersovereenkomst kan tussen partijen worden gesloten (en gewijzigd), zonder notaris. Voor een statutenwijziging is altijd een notaris nodig. Verder kan van belang zijn dat statuten openbaar en voor iedereen toegankelijk zijn. Dat is bij specifieke afspraken lang niet altijd wenselijk.

Leaver bepalingen beschrijven situaties waarin een aandeelhouder verplicht is om zijn aandelen aan zijn mede-aandeelhouders te koop aan te bieden. Te onderscheiden zijn situaties waarin daarvan geen verwijt valt te maken (de aandeelhouder bereikt bijvoorbeeld de pensioengerechtigde leeftijd) en situaties waarin dat wel het geval is (bijvoorbeeld bij schending van een concurrentiebeding). De aandeelhouder is een "good leaver" of een "bad leaver". Een bad leaver krijgt in de regel een strafkorting in de zin van een lagere koopsom voor zijn aandelen.

Een winstrechtloos aandeel is een aandeel dat wel recht geeft op zeggenschap binnen de vennootschap maar geen recht op uitbetaling van winst. Een stemrechtloos aandeel geeft juist wel recht op uitbetaling van winst maar geen recht op zeggenschap binnen de vennootschap. Dit soort aandelen kunnen gewenst zijn in bijvoorbeeld familiebedrijven of bij werknemersparticipaties. Een aandeel kan niet zowel winstrechtloos als stemrechtloos zijn.

Bij een 50%-50% verhouding kan er een patstelling ontstaan. Er is sprake van een impasse als er geen aandeelhoudersbesluiten kunnen worden genomen en als gevolg daarvan geen bestuurders kunnen worden benoemd of ontslagen, geen jaarrekening kan worden vastgesteld, e.d. De impasse kan eenvoudig voorkomen worden door in de statuten van de vennootschap een regeling (bijvoorbeeld een arbitrageregeling) op te nemen ten aanzien van de besluitvorming bij een patstelling. Ook in een aandeelhoudersovereenkomst kan hier een regeling voor op worden genomen (deadlock-bepaling).

In het geval er in de statuten of een aandeelhoudersovereenkomst niks geregeld is kan er een enquêteprocedure worden gestart bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam. De Ondernemingskamer kan in het belang van de vennootschap voorzieningen treffen. Ook kan de oplossing worden gezocht in de uitkoop van een aandeelhouder.

De Raad van Commissarissen (RvC) houdt toezicht op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken van de onderneming. Ook adviseert de RvC het bestuur. In de meeste gevallen is het instellen van een RvC niet verplicht, maar kan dit wel degelijk zinvol zijn. U haalt namelijk expertise in huis; adviseurs met wie u kunt klankborden. Bij een BV in zwaar weer kan dat heel nuttig zijn, maar ook bij voorspoed, bijvoorbeeld als u de business wilt uitbreiden. Een RvC zal er verder op letten dat u uw boekhoudverplichtingen en ook anderszins uw bestuurstaken adequaat vervult. De kans op bestuurdersaansprakelijkheid wordt daarmee verkleind. Bovendien kan een commissaris tijdelijk inspringen mocht dat onverhoopt nodig zijn.

Een one-tier board is in Nederland een relatief nieuw verschijnsel (sinds 1 januari 2013). In de plaats van een apart toezichthoudend orgaan in de vorm van de Raad van Commissarissen, wordt bij een one-tier board het toezicht binnen het bestuur geregeld. Binnen één bestuur zitten dan zowel de directie als de toezichthouders. De directie bestaat uit uitvoerende bestuurders en de toezichthouders zijn niet-uitvoerende bestuurders. Het doel van een one-tier board is dat bestuurders eerder en meer informatie krijgen dan commissarissen. Toezicht wordt zo beter gewaarborgd.

Als uitgangspunt is een bestuurder niet persoonlijk aansprakelijk voor schulden van de BV of NV. Dat kan anders zijn, als de bestuurder zijn taken onbehoorlijk heeft vervuld. Van onbehoorlijk bestuur kan bijvoorbeeld sprake zijn als de bestuurder namens de vennootschap verplichtingen aangaat waarvan hij weet dat de vennootschap deze niet kan nakomen en de vennootschap geen verhaal biedt voor de geleden schade. Andere veel voorkomende voorbeelden zijn het te laat deponeren van de jaarrekening of het negeren van tegenstrijdige belangen.

De Vennootschap onder Firma wordt opgericht door een overeenkomst tussen de vennoten. Het Wetboek van Koophandel schrijft voor dat dit schriftelijk gebeurt. Het is daarbij belangrijk om afspraken over in ieder geval de verdeling van winsten en verliezen, privé-opnames, verlof en arbeidsongeschiktheid en toe- en uittreding van vennoten vast te leggen. Deze onderwerpen leiden regelmatig tot onenigheid tussen vennoten. Het VOF-contract biedt dan houvast. Het is verder van belang dat de vennoten zich adequaat verzekeren tegen aansprakelijkheid en arbeidsongeschiktheid. Ook is het verstandig om een pensioenvoorziening te treffen.