Spring naar inhoud

Statiegeldflessen, straks ook bij jouw onderneming in te leveren?

Eenieder zal bekend zijn met de grote hoeveelheid plastic zwerfafval die park, bos en oceaan besmeuren, alsmede de initiatieven die dit trachten te verhelpen. Daarbij is de Interceptor van the Ocean Cleanup al letterlijk en figuurlijk een stuk stroomopwaarts in de cyclus geraakt, maar de vervuiling start uiteraard bij de vervuiler. Daar heeft de Minister voor Milieu en Wonen een oplossing voor.

Besluit van 6 maart 2020

Per Besluit van 6 maart 2020 is het Besluit beheer verpakkingen 2014 gewijzigd door het opnemen van een doelstelling voor gescheiden inzameling van kunststof drankflessen en het aanpassen van de artikelen over statiegeld op drankverpakkingen (Hierna: Besluit maatregelen kunststof drankflessen).[1]

Artikel 6a Besluit beheer verpakkingen

De producent of importeur die drank in een kunststof fles met een inhoud van 3 liter of minder in Nederland in de handel brengt, draagt er zorg voor dat per kalenderjaar ten minste 90 gewichtsprocent van het totaal van deze door hem in dat kalenderjaar in Nederland in de handel gebrachte flessen, doppen en deksels inbegrepen, gescheiden wordt ingezameld.

De gekozen methode voor het inzamelen is het in rekening brengen van statiegeld. Op dit moment wordt al statiegeld geheven over drankflessen van meer dan een liter, maar uit hoofde van het nieuwe besluit vallen alle drankflessen van drie liter of minder onder de statiegeldplicht. De kosten voor het inzamelen komen ten laste van de partij die de flessen in Nederland in de handel brengt.

Artikel 12 Besluit beheer verpakkingen

1. De producent of importeur die water of frisdrank in een kunststof fles met een inhoud van 3 liter of minder in Nederland in de handel brengt, brengt op die fles statiegeld in rekening.

2. De in het eerste lid bedoelde fles wordt na gebruik, met terugbetaling van het statiegeld, ingenomen door de producent of importeur die de in het eerste lid bedoelde fles in Nederland in de handel heeft gebracht.

3. De kosten voor handelingen in het kader van de uitvoering van de in het eerste en tweede lid bedoelde verplichtingen, komen ten laste van de in het eerste lid bedoelde producent of importeur.

De doelstelling van het besluit komt voort uit de kamerbrief “Naar een Circulaire Verpakkingsketen” van 10 maart 2018, waarin de wens is uitgesproken om zwerfafval, bestaand uit kleine plastic flessen, te verminderen.

Het besluit is een goed voorbeeld van hoe te nemen duurzaamheidsmaatregelen doorgang vinden in beleid. Per juni 2021 gelden uit hoofde van het besluit nieuwe verplichtingen voor de producenten en importeurs van plastic drankflessen van minder dan drie liter. Per voornoemde datum zal 90 procent van de verhandelde drankflessen inclusief de dop moeten worden ingezameld.

De minister is overtuigd van de in binnen- en buitenland bekende Nederlandse volksaard, welke een financiële prikkel bijzonder effectief maakt om gedrag te veranderen. In de woorden van de Minister: 

“Voorts heeft het kabinet in deze kamerbrief aangegeven dat een individuele financiële prikkel voor het inleveren van plastic flessen, in de vorm van statiegeld, een effectief middel kan zijn om het ontstaan van zwerfafval door kleine plastic flessen in belangrijke mate te voorkomen.”

De vraag is of dezelfde volksaard meebrengt, dat na de inwerkingtreding van de statiegeldregeling een hoeveelheid plastic drankflessen wordt ingeleverd, die niet in de afzet van de daaraan voorafgaande periode terug te vinden is. Een dergelijke piek zal ongetwijfeld te vinden zijn in het verplicht jaarlijks verslag van de betrokken producenten en importeurs.


[1] Staatsblad 2020, 122

Inzamelen plastic drankflessen

Het inzamelen van de plastic drankflessen wordt overgelaten aan de producenten en importeurs als normadressaat van het besluit. Zij hebben zich daartoe al eerder verenigd in de stichting Afvalfonds Verpakkingen, derhalve bestaat de verwachting dat de nieuwe verplichtingen mede door deze stichting ten uitvoer worden gebracht.

De Minister heeft de verwachting, dat de inzameling zal geschieden op plaatsen waar veel plastic drankflessen worden vrijgegeven. Daarbij springt de emballageband van de lokale supermarkt in gedachte, maar de Minister merkt op, dat waarschijnlijk allerlei nieuwe inleverlocaties zullen ontstaan op plekken waar grote groepen mensen convergeren, waaronder treinstations en stadscentra. Mogelijkerwijs staat er dan in de toekomst naast de geldmaat ook de statiegeldmaat.

Stel je hebt een onderneming waar plastic drankflessen worden verkocht, moet ook jouw onderneming voortaan drankflessen weer innemen?

In het voorgaande besluit uit 2014 waren verkooplocaties met een oppervlakte van 200 vierkante meter uitgezonderd van de innameplicht. De Minister merkt op dat verkoopoppervlakte in de praktijk tot veel onduidelijkheid heeft geleid, met name voor grote locaties, waarvan slechts een klein deel een horecafunctie heeft. Denk daarbij aan de frisdrankautomaat bij de lokale bouwmarkt of sportvereniging. Tevens merkt de Minister op dat een samenwerking, als de stichting Afvalfonds Verpakkingen, niet waarschijnlijk is, aangezien de nu aangesproken actoren sterk van elkander verschillen.

Derhalve is er geen innameplicht voor individuele verkopers in het besluit opgenomen. De gekozen normadressaat is de importeur en de producent. De Minister laat het verder aan hen om tot een inleverpercentage van 90 procent te komen. De wet verplicht dus niet tot het bieden van een inlevermogelijkheid, maar de importeur of producent verzoekt dat mogelijk in de toekomst wel, indien dat voor het behalen van het inleverpercentage noodzakelijk is.