Wanneer is een zieke werknemer écht arbeidsongeschikt?
Zoals algemeen bekend, is in de Nederlandse wetgeving de loonbetalingsverplichting bij ziekte van de werknemer bepaald op 104 weken, hetgeen zelfs nog langer kan worden als het UWV een loonsanctie aan de werkgever oplegt.
Daarmee wijkt Nederland behoorlijk af van andere EU-landen die veel kortere loonbetalingsverplichtingen hebben (meestal hoogstens enkele maanden). Dit leidt ook tot discussies die typisch zijn voor de Nederlandse situatie namelijk wat de werknemer nog wel of niet kan doen gedurende ziekte en of er sprake is van recht op loon.
Een goed voorbeeld van zo’n situatie is een zaak die in 2024 heeft gespeeld bij de Rechtbank Oost-Brabant (ECLI:NL: RBOBR:2024:341). In de casus was er sprake van een werkneemster die arbeidsongeschikt was. De werkgever stelde dat de werkneemster gedurende haar arbeidsongeschiktheid meedeed aan de missverkiezing. De werkgever vond dat een reden voor ontslag op staande voet.
Hoewel in de zaak zelf de rechtbank niet bewezen achtte dat de werkneemster bezig was met de missverkiezing waardoor ontslag op staande voet werd vernietigd, is in zaken zoals deze niet eenvoudig om ‘zomaar’ ontslag te geven. Immers de werknemers die ongeschikt zijn voor hun werk vanwege de medische beperkingen, kunnen in theorie geschikt zijn voor andere activiteiten buiten het werk om. Een arbeidsongeschikte werknemer is niet per definitie bedlegerig. Of een werknemer arbeidsongeschikt is, hangt niet alleen af van de medische kwaal maar ook van datgene werknemer doet. Een bouwvakker met een gebroken been is zonder meer arbeidsongeschikt maar een kantoormedewerker met een gebroken been in beginsel niet; iemand met een kantoorfunctie kan achter de computer met gebroken been werken (op kantoor of thuis). Met andere woorden: een medische kwaal hoeft niet per definitie te leiden tot arbeidsongeschiktheid. Het omgekeerde geldt ook: de arbeidsongeschiktheid wil niet zeggen dat de werknemer tot niets in staat is in zijn of haar privéleven.
De Arboarts is degene die moet beoordelen wat de werknemer wel of niet kan. Als de werkgever aanvullende informatie heeft over datgene werknemer in privé doet, ligt het voor de hand om deze met de Arboarts te delen en vragen of het advies moet worden aangepast of herzien. De Arboarts zal dan moeten kijken naar een relatie tussen de activiteiten die iemand onderneemt, de medische kwaal en de functie die iemand heeft. De arbeidsongeschiktheid is dus verweven met al deze aspecten.