Spring naar inhoud

Steun die gaat naar een onderneming

Wil sprake kunnen zijn van ongeoorloofde staatssteun, dan moet de ontvanger daarvan zich wel kwalificeren als een onderneming.
Zonder onderneming is er geen markt die verstoord wordt. In de rechtspraak wordt een onderneming steevast gedefinieerd als  ‘elke eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd'. ¹ Uit de omschrijving blijkt dat er twee kenmerken bestaan: eenheid en economische activiteit.

Eenheid

Voor de betekenis van de term ‘eenheid’ wordt vanuit de economische werkelijkheid gekeken of een organisatorische eenheid is vast te stellen. De juridische vorm van deze eenheid is niet relevant. Daardoor kan het zijn dat een onderneming uit verschillende juridische entiteiten bestaat of dat een juridische entiteit uit verschillende ondernemingen bestaat.

Economische activiteit

Als de eenheid is vastgesteld moet worden beoordeeld of de eenheid een economische activiteit uitoefent. Het is niet van belang of er een winstoogmerk is.²Het gaat alleen om de vraag of er producten of diensten worden aangeboden op de markt. In dat geval is er sprake van een economische activiteit. Het kan zo zijn dat niet de gehele eenheid een economische activiteit ontplooit. De economische activiteit kan slechts een deel van de eenheid of een specifieke activiteit betreffen.³

Een bijzondere categorie is de eenheid met economische activiteit verbonden aan de staat. Aangezien het staatssteunrecht ziet op steun vanuit een staat richting een partij die actief is op de markt, valt een op de markt actief onderdeel van de staat hier ook onder.

Conclusie

Het begrip eenheid en het begrip economische activiteit worden breed geïnterpreteerd. Daardoor is het aantal spelers dat onder het begrip onderneming valt veel breder dan in eerste instantie wordt verwacht. In de praktijk is snel sprake van een onderneming.

[1] Arrest van het Hof van Justitie van 12 september 2000, Pavel Pavlov e.a./Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten, C‑180/98–C‑184/98, ECLI:EU:C:2000:428, punt 74; arrest van het Hof van Justitie van 10 januari 2006, Ministero dell'Economia e delle Finanze/Cassa di Risparmio di Firenze SpA e.a., C‑222/04, ECLI:EU:C:2006:8, punt 107. 
[2] Arrest van het Hof van Justitie van 29 oktober 1980, Heintz van Landewyck SARL e.a./Commissie, 209/78–215/78 en 218/78, ECLI:EU:C:1980:248, punt 88; arrest van het Hof van Justitie van 16 november 1995, Fédération française des sociétés d'assurance (FFSA) e.a./Ministère de l'Agriculture et de la Pêche, C‑244/94, ECLI:EU:C:1995:392, punt 21; arrest van het Hof van Justitie van 1 juli 2008, Motosykletistiki Omospondia Ellados NPID (MOTOE)/Elliniko Dimosio, C‑49/07, ECLI:EU:C:2008:376, punten 27 en 28.
[3] Arrest van het Gerecht van 12 december 2000, Aéroports de Paris/Commissie, T‑128/98, ECLI:EU:T:2000:290, punt 108.

Heeft u vragen over dit onderwerp?

Neem dan gerust contact op met een van onze advocaten.

Neem contact op