Spring naar inhoud

De meerwaarde van een aansprakelijkheidsverzekering voor personen

Je probeert je kind altijd goed in de gaten te houden en ongelukken te voorkomen. Maar een ongeluk zit in een klein hoekje. Een kind struikelt en valt met zijn hoofd tegen een tafeltje, een kind valt van de fiets of kukelt een zwembad in. Alledaagse gebeurtenissen die gelukkig vaak goed aflopen. Maar soms gebeurt er iets wat niet goed afloopt en verstrekkende gevolgen heeft. Het leven kan er dan plots heel anders uit zien. In zulke gevallen kan een aansprakelijkheidsverzekering voor personen (AVP), in de volksmond ook wel WA-verzekering genoemd, uitkomst bieden. Dit was ook het geval in de volgende zaak.

Meisje door paard getrapt

Een moeder en haar zesjarige dochter gingen op bezoek bij een kennis die twee zonen had. De zesjarige dochter en de vijfjarige zoon gingen naar de twee paarden in de wei kijken en wilden de paarden een appel voeren. Tegen de kinderen was twee maal heel duidelijk gezegd dat ze niet in de wei mochten komen en voor het hek moesten blijven staan. Ondanks deze instructie is het zesjarige meisje de wei ingegaan en heeft toen een trap tegen haar hoofd gekregen van een van de twee paarden. Als gevolg van de trap heeft het meisje ernstig traumatisch schedel- en hersenletsel opgelopen. Het meisje heeft onder meer verlammingsverschijnselen, oogklachten en zij kan niet meer spreken en niet normaal eten. Een zeer ernstig ongeval met verstrekkende gevolgen voor het hele gezin. In een deelgeschil bij de rechtbank Gelderland werd duidelijk wat de toegevoegde waarde was van de AVP die haar moeder bij Achmea had lopen.

De moeder vordert in een deelgeschil een verklaring voor recht;

  • dat de kennis van wie één van de paarden was, op grond van art. 6:179 BW[1] aansprakelijk is en alle schade moet vergoeden;
  • dat de moeder volledig aansprakelijk is voor de schade van haar dochter, en;
  • dat Achmea, de aansprakelijkheidsverzekeraar van de moeder van het meisje, dekking verleent voor de schade van haar dochter en de schade op grond van art. 7:954 BW[2] rechtstreeks aan de dochter moet voldoen.

[1] Op grond van art. 6:179 BW is de bezitter van een dier risico aansprakelijk voor de door het dier aangerichte schade.

[2] Op grond van art. 7:954 BW kan de moeder bij polisdekking een verzekeraar verzoeken om de schade rechtstreeks aan de benadeelde (i.c. de dochter) betalen.

Door welk paard is het meisje getrapt?

Door welk van de twee paarden is het meisje getrapt? Was dit het bruine paard of het witte paard? In het deelgeschil wordt dit niet duidelijk. Hierdoor kan de moeder niet aannemelijk maken dat het paard dat het letsel heeft veroorzaakt, ook in het bezit was van de kennis waar zij op bezoek waren. Het verzoek om voor recht te verklaren dat de kennis als bezitter aansprakelijk is, werd daarom door de rechter afgewezen. Krijgt de dochter hierdoor haar schade helemaal niet vergoed?

Onrechtmatige daad gepleegd door de moeder

De rechtbank oordeelt dat de moeder een onrechtmatige daad heeft gepleegd jegens haar dochter, omdat de moeder geen toezicht heeft gehouden op de naleving van de duidelijke instructie dat de twee kinderen de wei niet mochten in lopen. Volgens de rechter kun je een dergelijke verantwoordelijkheid niet van een zesjarig kind verwachten. Daarnaast vormt een paard een bijzonder ernstig veiligheidsrisico. Dit gevaar werd door de moeder ook onderkend gezien haar duidelijke instructies dat haar dochter niet de wei in mocht gaan. Echter, omdat de moeder haar jonge dochter heeft blootgesteld aan het gevaar en hierop geen toezicht heeft gehouden, is de rechtbank van oordeel dat de moeder zo onzorgvuldig heeft gehandeld dat zij op grond van art. 6:162 BW (onrechtmatige daad) aansprakelijk is voor alle door haar dochter geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval. Moet de moeder nu alle schade van haar dochter zelf aan haar dochter vergoeden?

Voor zover men van geluk kan spreken in deze zaak, is het een geluk bij een ongeluk dat de moeder een AVP bij Achmea had lopen. Op grond van de polis is er dekking voor deze schade en is Achmea verplicht om de volledige schade van de dochter rechtstreeks aan de dochter te voldoen. Dit volgt uit art. 7:954 BW. Door de rechterlijke uitspraak heeft de moeder dus voor elkaar gekregen dat zij aansprakelijk is voor het ongeval dat haar dochter is overkomen, zodat Achmea de volledige schade aan de dochter moet vergoeden op grond van de AVP van de moeder. Door de onrechtmatige daad en de aanwezigheid van de AVP van de moeder, krijgt de dochter toch nog alle schade vergoed.

Deze zaak laat goed zien hoe waardevol een aansprakelijkheidsverzekering voor personen kan zijn. De ouders van het slachtoffer kunnen zich dankzij de AVP focussen op wat echt belangrijk is: namelijk de gezondheid van hun dochter. Dat de rechtbank heeft geoordeeld dat de moeder onrechtmatig heeft gehandeld jegens haar dochter, zal in deze zaak daarom van ondergeschikt belang zijn.

Wilt u meer informatie over dit onderwerp of hebt u zelf een vraag over een letselschadezaak of een verzekeringskwestie, neem gerust contact met mij op.