Spring naar inhoud

Hoe ver gaat recht op vrijheid van meningsuiting wanneer burgemeester stiekem is gefilmd?

In onze samenleving zijn we gewend dat we nagenoeg alles kunnen zeggen en schrijven. We hebben recht op vrijheid van meningsuiting en daar maken we goed gebruik van. Maar wat als je zelf in het geheim bent gefilmd en deze beelden worden openbaar gemaakt? Welk recht weegt dan zwaarder? Het recht op vrijheid van meningsuiting of het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer? Het antwoord is niet eenvoudig, hangt af van alle omstandigheden en dient zorgvuldig te worden afgewogen. De burgemeester van Maastricht kan hierover meepraten.

Burgemeester heimelijk gefilmd tijdens diners

In 2014 raakte de toenmalige burgemeester van Maastricht voor de tweede keer in opspraak. De burgemeester was namelijk door een 20-jarige man heimelijk gefilmd tijdens twee diners. Deze diners vonden plaats op initiatief van de burgemeester en voorafgaand aan de afspraken had de burgemeester diverse foto’s toegezonden en (pikante) chats gevoerd met de 20-jarige jongen. De burgemeester was toen nog getrouwd en was al eerder in opspraak geraakt door ongepast gedrag. Toen de jongen door had dat hij echt met de burgemeester van Maastricht van doen had heeft hij contact opgenomen met PowNed. In overleg met PowNed is er besloten dat de 20-jarige man een verborgen camera zou dragen zodat de afspraak in het restaurant heimelijk werd gefilmd. Zo geschiedde. Ook een tweede afspraak op een terras is gefilmd en PowNed heeft zelf op afstand ook nog een keer gesprekken opgenomen. Deze twee filmopnames en het geluidsfragment werden door PowNed uitgezonden en op de website geplaatst.

Uitzending onrechtmatig?

De burgemeester was van mening dat PowNed onrechtmatig had gehandeld en de heimelijk opgenomen beelden en geluidsfragmenten niet had mogen uitzenden. Hij was opzettelijk in de val gelokt, aldus de burgemeester. Zijn recht op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer, dat volgt uit art. 8 EVRM, zou zwaarder wegen dan het recht op vrijheid van meningsuiting (art. 10 EVRM) van PowNed. De rechtbank oordeelde dat het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer zwaarder woog dan het recht op vrijheid van meningsuiting van PowNed. PowNed heeft toen alle uitzendingen verwijderd op internet en heeft de uitzending nooit meer herhaald. PowNed ging wel in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank.

Onlangs wees het Gerechtshof arrest in het hoger beroep. Het gerechtshof legde uit dat iedereen het recht op van vrijheid van meningsuiting heeft. Maar dit recht is niet absoluut. Een beperking van dit recht is mogelijk mits dit bij wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is. Een goed gewaarborgd (mensen)recht. Het artikel inzake onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) bepaalt of er sprake is van een onrechtmatige daad die dan heeft te gelden als een wettelijke beperking in de zin van art. 10 EVRM.

Belangenafweging

Het gerechtshof is - in tegenstelling tot de rechtbank - van oordeel dat de rechten van PowNed zwaarder wegen dan die van de burgemeester.

Reden hiervoor is dat een burgemeester een publieke functie heeft en daardoor automatisch een publieke persoon is. Daarnaast heeft hij zelf meerdere malen de aandacht gezocht door verklaringen in RTL Boulevard te laten voorlezen door zijn toenmalige echtgenoot. De diners met de 20-jarige jongen waren door hem gearrangeerd en vonden plaats in publiek toegankelijke ruimten. Van een valstrik was dus zeker geen sprake. Tijdens deze diners gaf hij ook nog aan dat hij zich bewust was van zijn ongepaste gedrag als burgemeester en dat hij een groot risico nam om toch met de 20-jarige man uit eten te gaan. Hij grapte zelfs nog dat de 20-jarige man hem nu wel kon filmen.

Ondanks dat het heimelijk filmen en uitzenden van beeld- en geluidsfragmenten van een burgemeester in privétijd een grote inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer is, weegt het belang van PowNed in dit geval zwaarder. Zij heeft het recht om een misstand die de aandacht van de media verdient uit te zenden. Daarnaast kon deze misstand niet op een andere manier geopenbaard worden dan met een verborgen camera. Het recht op vrijheid van meningsuiting weegt volgens het hof dus zwaarder dan het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de burgemeester.

Conclusie

In hoger beroep trekt de burgemeester dus aan het kortste eind en hij is daarna afgetreden. Van de 20-jarige man zullen we waarschijnlijk niet veel meer horen maar de toenmalige burgemeester zal de rest van zijn leven geconfronteerd blijven worden met de opnames, ook al zijn deze gewist en van internet verwijderd.