Spring naar inhoud

Immateriële schadevergoeding bij aardbevingsschade

Deel 2 naar aanleiding van Hoge Raad 15 oktober 2021

Dat de afhandeling van aardbevingsschades moeizaam verloopt is landelijk bekend. Nog steeds lopen er zo’n 5.000 procedures van bewoners die schade vorderen bij de NAM. Met die hoeveelheid procedures is een werkbaar en goed juridisch kader wenselijk. Met een oordeel van de Hoge Raad op 15 oktober 2021 zijn we weer een stap dichterbij een werkbaar juridisch kader. Het hof oordeelde over in oktober over twee schadeposten: schade wegens gederfd woongenot en de vergoeding van immateriële schade. In een tweeluik bespreek ik deze twee schadeposten met deze week: immateriële schadevergoeding.

Een immateriële schadevergoeding wordt ook wel smartengeld genoemd. Smartengeld is een vergoeding voor de pijn en het leed dat een slachtoffer is aangedaan. Het is een standaard vergoeding wanneer er sprake is van lichamelijk letsel. Wanneer er geen sprake is lichamelijk letsel kan er toch recht zijn op een immateriële schadevergoeding. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van geestelijk letsel, iemand in zijn eer of goede naam is geschaad of wanneer iemand “op andere wijze in zijn persoon is aangetast”.  De Hoge Raad had al geoordeeld dat bewoners met aardbevingsschade op andere wijze zijn aangetast en recht hebben op een immateriële schadevergoeding. In het arrest van 15 oktober 2021 stond de vraag centraal of het element dat er tweemaal fysieke schade aan een woning vereist was voor een smartengeldvergoeding rechtens juist was.

Fysieke schade aan de woning tast het gevoel van veiligheid aan

In eerdere procedures is geoordeeld dat fysieke schade aan een woning een concrete aantasting van de woning is en daarmee van de persoonlijke levenssfeer van de bewoner. Het is aannemelijk dat een dergelijke aantasting in veel gevallen ook in zekere mate beangstigend is voor de bewoner en daarmee afbreuk doet aan diens gevoel van veiligheid in de eigen woning. Ik denk dat alle Groningers die te maken hebben met aardbevingsschade dit kunnen beamen.

Gronings Perspectief: hinder en stress door schade aan woning

Er is ook onderzoek gedaan naar de impact van de aardbevingen bij de bewoners. Uit het onderzoek genaamd ‘Gronings Perspectief’ blijkt dat er een duidelijk verband is tussen ervaren hinder en stress-gerelateerde klachten en fysieke schade aan de woning. Dat verband is nog veel sterker in situaties van meervoudige fysieke schade. Over bewoners met meervoudige schade wordt in het eindrapport geconcludeerd dat voor hen het normale leven ernstig ontwricht is.

Aardbevingsschades hebben dus een ernstige impact op het leven van de bewoners. De Hoge Raad oordeelde daarom dat een bewoner van een woning met tenminste tweemaal fysieke schade door aardbevingen op ‘andere wijze in zijn persoon aangetast’ is. In dat geval heeft de bewoner recht op een immateriële schadevergoeding van minimaal € 2.500. Dat bedrag kan per extra schadegeval nog weer worden verhoogd met € 1.250. Het zijn minimumbedragen zodat maatwerk per individu gelukkig mogelijk is.

Of deze minimum bedragen voor de getroffen Groningers het leed daadwerkelijk verzachten is de vraag. Het brengt ons in ieder geval weer een stap verder in de schadeafwikkeling. De duizenden zaken die nog lopen kunnen nu hopelijk voortvarender én naar wens afgewikkeld worden.

Heb je vragen naar aanleiding van dit blog of wil je een zaak voorleggen aan een van onze aansprakelijkheidsrechtadvocaten? Neem dan gerust contact met mij op.