Steun die de markt kan verstoren

Onder het staatssteunverbod valt alleen steun die werkelijk of potentieel de werking van de markt kan verstoren.  Een maatregel kan de mededinging vervalsen als de gesteunde onderneming een betere concurrentiepositie krijgt vanwege de maatregel?   

In de praktijk is snel sprake van een (mogelijk) vervalsend effect, wanneer een voordeel wordt verleent aan een onderneming in een geliberaliseerd sector waar concurrentie bestaat. Zodra middelen worden verstrekt of kosten verminderen, zal dat een normale marktpartij al steunen en daarmee de mededinging vervalsen. Het is niet vereist dat de vervalsing een bepaalde minimumomvang heeft.

Als bijkomende voorwaarde geldt dat het om handel tussen Lidstaten moet gaan. Het gaat er niet om dat dit daadwerkelijk het geval is, maar dat het zou kunnen. Wanneer de ene onderneming een verbetering van zijn (concurrentie)positie verkrijgt ten opzichte van een concurrent elders in de Europese Unie, zal de steun aan deze voorwaarde voldoen. Het kan zelfs zo zijn dat de onderneming die steun verkrijgt niet zelf handelt buiten zijn Lidstaat, maar de steun de toetreding van andere in zijn Lidstaat bemoeilijkt. De tegenhanger van de handel tussen Lidstaten is de handel met een zuiver lokaal karakter. In dat geval wordt handel tussen Lidstaten niet geraakt.

Om vervalsing vast te stellen is een goed begrip van de betrokken markt belangrijk. Bij de toetsing van een geval aan het kartelverbod of misbruik van machtspositie moet een beoordeling worden gemaakt van de markt waar de onderneming op actief is. Bij de beoordeling van staatssteun is dit geen vaste vereiste. Tegelijkertijd kan niet worden volstaan met een stelling of aanname. Het vaststellen van de mogelijke vervalsing van de mededinging is een veel gevallen eenvoudig te beredeneren. Tegelijkertijd moet rekening worden gehouden met de specifieke omstandigheden, die de betrokken markt mede vormgeven.