Spring naar inhoud

Artikel 26 van de Algemene Bankvoorwaarden; ben ik verplicht zekerheid te stellen?

Nadat een bank aan u als ondernemer een financiering heeft verstrekt, kan de bank u nadien verplichten aanvullende zekerheden te stellen.Deze verplichting vloeit voort uit artikel 26 van de Algemene Bankvoorwaarden en houdt in dat de bank zodra zij dit verlangt, naar eigen wens aanvullende zekerheden kan vragen. Bedrijven moeten hieraan meewerken.  

Bij het beheer van kredietrisico’s van banken spelen zekerheden een belangrijke rol. Als u als ondernemer geld leent van een bank, dan zal de bank u doorgaans vragen zekerheid te stellen. Deze zekerheid kan bijvoorbeeld bestaan uit een hypotheekrecht op een onroerend goed of pandrechten op, bijvoorbeeld, debiteurenvorderingen, bedrijfsinventaris en/of bedrijfsvoorraden. 

De financiering kan ook inhouden dat de bank krediet ter beschikking stelt. Het verstrekken van krediet houdt niet per definitie in dat u de middelen van de bank direct gebruikt. Het is dan  mogelijk dat de bank hiervoor eerst geen, of in beperkte mate, zekerheden verlangt. Na verloop van tijd, en/of na gebruik van het krediet, kan het voorkomen dat het (dan) gebruikte krediet niet (meer) gedekt wordt door voldoende zekerheden. Er is geen wettelijke verplichting om in dat geval aanvullende zekerheden te verstrekken. Dat zou in kunnen houden dat de bank met ‘lege handen’ achterblijft. 

In de bancaire wereld is voor deze onzekerheid een oplossing bedacht: het door de Nederlandse Vereniging van Banken opgestelde artikel 26 van de Algemene Bankvoorwaarden. Hieronder is uiteengezet wat dit artikel inhoudt, en wat voor gevolgen dit kan hebben voor uw onderneming.   

Artikel 26 Algemene Bankvoorwaarden 2017

De Algemene Bankvoorwaarden 2017 [ABV] zijn vrijwel altijd van toepassing als u van een Nederlandse bank financiering krijgt. In artikel 26 van deze ABV is bepaald dat u bij voorbaat overeenkomt met de bank dat u op een later tijdstip, zodra de bank daarom vraagt, zekerheden aan de bank zult verstrekken. De bank kan hier alleen om vragen indien dit redelijkerwijs nodig is, wat inhoudt dat de (aanvullende) zekerheid slechts wordt verzocht ingeval er op dat moment niet voldoende zekerheid is gevestigd voor het openstaande krediet of de openstaande schuld. De bank zelf bepaalt of u voldoende zekerheid hebt gesteld. 

Voor welke schulden kan de bank zekerheid vragen?

Artikel 26 ABV benadrukt dat de bank zekerheden kan vragen voor alle schulden die de klant aan de bank heeft of krijgt, ongeacht de wijze waarop deze schulden zijn ontstaan. Dit betekent dat de bank zekerheid kan vragen voor leningen, kredietfaciliteiten, borgtochten of andere vormen van aansprakelijkheid die u jegens de bank op zich hebt genomen. Hiervoor moeten de ABV wel op die specifieke schuld van u aan de bank van toepassing zijn. Of u voor een specifieke schuld zekerheid dient te stellen op grond van artikel 26 ABV, hangt derhalve af van de vraag of de ABV van toepassing zijn

Conclusie

Artikel 26 ABV  biedt banken een brede mogelijkheid om hun risico's te beheersen door het verkrijgen van zekerheden van haar klanten. Voor u als klant betekent dit dus dat u te allen tijde voorbereid moet zijn op een verzoek van de bank om aanvullende zekerheden te verstrekken. De bank heeft vervolgens grote vrijheid de vorm van zekerheid te kiezen die zij van u verlangt. Aan een dergelijk verzoek moet u te voldoen. Als u dit weigert heeft de bank de bevoegdheid de gehele kredietrelatie op te zeggen

Relevantie voor u als ondernemer

Het is relevant voor u als bedrijf en als klant bij een bank om de bepalingen van artikel 26 Algemene Bankvoorwaarden goed te begrijpen en hierop te anticiperen. Dit artikel kan namelijk van invloed zijn op de continuïteit van de kredietrelatie en uw financiële positie.

Bent u van plan om een (financierings)overeenkomst aan te gaan met een bank, heeft de bank u reeds verzocht om (aanvullende) zekerheden te verstrekken of hebt u andere vragen over financiering en zekerheden, neem dan gerust contact op.