Bijbehorend bouwwerk of niet?
Ruim begrip
Het begrip bijbehorend bouwwerk is echter veel ruimer. De uitbreiding van een hoofdgebouw – ook als het nog niet is gebouwd – kan een bijbehorend bouwwerk zijn. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een uitspraak van de Raad van State van 16 november 2016. Die zaak ging over een appartementencomplex van 12,6 meter hoog, vier verdiepingen en een plat dak. De platte kap was in strijd met het bestemmingsplan, dat een kap met helling voorschreef. B&W hadden via de reguliere (eenvoudige) procedure omgevingsvergunning verleend, omdat het om een bijbehorend bouwwerk zou gaan. Dat ging de rechtbank te ver.
Maar volgens de Raad van State is voor de kwalificatie “bijbehorend bouwwerk” niet vereist dat zo’n bijbehorend bouwwerk functioneel of bouwkundig moet zijn te onderscheiden van de rest van het gebouw (zie voor een ander, maar dus achterhaald, oordeel een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 22 november 2016). Ook geldt niet de beperking dat de uitbreiding betrekking moet hebben op een al bestaand gebouw. Tot slot geldt niet de beperking dat een bijbehorend bouwwerk alleen bij, en niet op, een hoofdgebouw gerealiseerd kan worden.
Makkelijker vergund
Het vrij royale appartementencomplex is dus een “bijbehorend bouwwerk” in de zin van de Wabo, ook al ziet het er waarschijnlijk niet zo uit. De juridische consequentie daarvan is dat de omgevingsvergunning, in strijd met het bestemmingsplan, via de reguliere procedure (maximaal acht weken) verleend kon worden. Door deze uitspraak zullen meer gebouwen dan voorheen onder het begrip “bijbehorend bouwwerk” vallen en dus gemakkelijker vergund kunnen worden.