Spring naar inhoud

Circulair bouwen

Uit diverse onderzoeken blijkt dat meer dan 50% van alle grondstoffen in Nederland worden gebruikt door de bouw. De bouw is verder verantwoordelijk voor 40% van het totale energieverbruik en 40% van het totale afval. Dat de bouw verder verantwoordelijk is voor een forse CO2 uitstoot, is ondertussen ook bekend. De impact van de bouwindustrie op het milieu is dus groot.

Het besef dringt door dat dit anders moet én kan. We moeten toe naar bouwwerken die een kleinere “footprint” achterlaten dan nu. We moeten – zo is de gedachte – circulair gaan bouwen. Dat wil – kort door de bocht – zeggen dat bouwwerken gaan bestaan uit duurzame grondstoffen, dat bouwwerken duurzaam worden gebouwd en dat (delen van) bouwwerken kunnen worden ontmanteld en weer (her)gebruikt.

Initiatieven

Een mooi initiatief van circulair bouwen is – ik ontkom er als advocaat niet aan dit voorbeeld te noemen – de rechtbank Amsterdam. Die heeft alweer enige tijd gelegen een “circulair gebouw” geopend. Het gebouw, met een oppervlakte van 5.400 vierkante meter, is na de ontmanteling op een andere locatie weer als geheel opnieuw te plaatsen.

En natuurlijk zijn er veel meer van dit soort circulaire initiatieven. Denk aan Alliander, die op 9 maart 2017 een gerenoveerd hoofdkantoor opende in Arnhem, dat voor 95% bestond uit materialen uit het bestaande gebouw die waren hergebruikt.

De gedachte is verder dat de verhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer zou moeten veranderen. Nu is het nog zo dat na realisatie van het gebouw de opdrachtgever daar (volledig) eigenaar van wordt. Dat moet anders, zo is de gedachte. We moeten op naar “verdienstelijking”; dat zou aan verduurzaming bijdragen.

Wat wordt daarmee bedoeld? Daarmee wordt bedoeld dat opdrachtnemers hun verdienmodellen gaan baseren op verhuur, service en onderhoud in plaats van eigendomsoverdracht.

In de literatuur[1] wordt het voorbeeld genoemd van energieopwekkende dakpannen, die eigendom blijven van de opdrachtnemer, en na afloop van de huurperiode c.q. levensduur weer door hem worden gedemonteerd en hergebruikt. Datzelfde kan bijvoorbeeld met verlichting in een gebouw, of met een gevel, waarmee van alles mogelijk is (denk aan een “digitale gevel” met reclame erop, zonnecollectoren, etc. etc.).

Waarom leidt die verdienstelijking tot verduurzaming? Welnu, als de opdrachtnemer (aannemer of producent) eigenaar blijft en verantwoordelijk blijft voor zijn product, dan zal hij kwalitatief hoogwaardiger producten ontwikkelen waarvan de levensduur langer is. Hij zal niet meer gebaat zijn bij vroegtijdige productveroudering, zo is de gedachte. Daarom leidt verdienstelijking tot verduurzaming.


[1] Bijvoorbeeld Backes/Boeve/Koolhoven/Versteeg “Circulair Bouwen” (preadvies), IBR 2018.

Verdienstelijking & ons recht

Maar, bij dat eigendomsverhaal wringt de schoen juridisch wel wat. Op grond van de wet is de eigenaar van de grond namelijk óók eigenaar van de gebouwen en werken die duurzaam met de grond verenigd zijn, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen en werken. Natrekking heet dat. Kort en goed: de dakpannen, de gevel, de verlichting waar ik het net over had, worden – door natrekking – allemaal eigendom van de eigenaar van de grond. En dat was nu net niet de bedoeling.

Daar is juridisch gelukkig wel weer een mouw aan te passen: de producent zou een opstalrecht kunnen vestigen. Daarmee scherm je in feite de eigendom van het onderdeel waar je dat recht op vestigt, af van de eigendom van de rest van het gebouw. Ideaal is dat niet. Het vestigen van een opstalrecht is duur. En die opstalrechten moet je inschrijven in het kadaster: dat kon wel eens een bijzonder onoverzichtelijk register worden zo.

De juridische aspecten van circulair bouwen

En zo zijn er diverse juridische aspecten verbonden aan het circulaire bouwen. Ik stipte kort het eigendomsaspect aan, maar er zijn veel meer juridische aspecten. Bijvoorbeeld, omdat circulair bouwen al begint bij het ontwerp: welke kennis word je eigenlijk als architect geacht te hebben over circulair bouwen? En voor de opdrachtgever: hoe zit het met de aanbesteding van “circulaire” bouwwerken? Welke contractvorm kies je (bouwteam, UAV, UAV-GC, of iets anders)? Aan deze, en andere vragen op het gebied van circulair bouwen, zullen wij de komende periode aandacht schenken in een aantal blogs.