Dubbel gestraft?
Boete en intrekking vergunning. Mag dat?
In een uitspraak van 29 maart 2017 legde de Raad van State nog eens uit hoe het precies zit. Die zaak ging over een Haagse marktkoopman die in zijn kraam in strijd met de Wet arbeidsvreemdelingen (Wav) een vreemdeling zonder werkvergunning liet werken. Daarvoor kreeg hij een boete van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid van € 12.000,-. Daar bleef het niet bij. Vanwege hetzelfde feit trokken B&W vervolgens zijn marktvergunning in.
Theorie: punitief en reparatoir mag na of naast elkaar
Van de Raad van State is hier geen sprake van dubbele bestraffing. Juristen maken namelijk een soms wat kunstmatig onderscheid tussen punitieve sancties en reparatoire sancties. Punitieve sancties zijn bedoeld om te bestraffen. Zij beogen ‘pijn’ te doen of ‘leed’ toe te voegen. Vaak gaat het dan om boetes. Reparatoire sancties daarentegen beogen niet te straffen, maar om de rechtsorde te ‘herstellen’; een vergunning die niet verleend had mogen worden, wordt ingetrokken; een subsidie die niet verstrekt had mogen worden, wordt teruggevorderd. Zij beogen geen ‘leed’ toe te voegen maar herstel van de rechtmatige situatie.
In het voorbeeld van de marktkoopman: de Wav-boete is een punitieve sanctie; het intrekken van de vergunning is een reparatoire sanctie. En dat mag gewoon naast elkaar. Twee punitieve sancties (dus twee keer een boete of andere straf voor hetzelfde feit) is niet toegestaan, maar daarvan was dus geen sprake.
Praktijk: reparatoire sanctie is soms zwaarder
Dat is in theorie een mooi onderscheid. In de praktijk voelt het echter anders. Veel ondernemers ervaren het intrekken of weigeren van een vergunning (reparatoir) als een veel zwaardere sanctie dan de boete (punitief). Dat is niet zo raar, want vaak zijn de financiële gevolgen van het intrekken of weigeren van een vergunning groter dan het bedrag van de boete. Toch is de Raad van State van mening dat het intrekken van vergunningen reparatoir is en boetes punitief. Vaak is het recht logisch, maar niet altijd en hier dus niet.
Sancties mogen niet disproportioneel of onevenredig zijn
Voor de Haagse marktkoopman betekende dit dat de boete en de intrekking van de vergunning in principe náást elkaar mochten worden toegepast. Maar gelukkig kent het bestuursrecht nog een algemene evenredigheidstoets (art. 3:4 lid 2 Awb), die voorschrijft dat de gevolgen van een besluit niet onevenredig bezwarend mogen zijn. En dat was in dit concrete geval wel zo, aldus Raad van State: het intrekken van de vergunning na(ast) de boete was (hoewel in beginsel toegestaan) in dit concrete geval iets teveel van het goede. De intrekking werd daarom vernietigd.
Advies: als u een boete krijgt of een schikkingsvoorstel van justitie, ga dan altijd na of het klakkeloos betalen daarvan – en dus erkenning van een overtreding - voor u negatieve gevolgen kan hebben voor bestaande of toekomstige vergunningen, subsidies of aanbestedingen (maar dat laatste valt buiten het bestek van dit blog).