Gebrekkig toezicht: aannemer "off the hook"?
Oplevering van het werk
Als de aannemer meent dat het werk klaar is om te worden opgeleverd, zal hij dat melden aan de opdrachtgever. In beginsel zal het werk dan worden gekeurd/opgenomen door de opdrachtgever. Aanvaardt die opdrachtgever het werk, dan geldt het werk als opgeleverd. Onder omstandigheden kan aanvaarding ook stilzwijgend geschieden. Ook dan geldt het werk als opgeleverd.
Aannemer na oplevering niet meer aansprakelijk, tenzij…
Na (aanvaarding en) oplevering van het werk is de aannemer volgens de wet niet meer aansprakelijk voor gebreken die de opdrachtgever ten tijde van de oplevering redelijkerwijs had moeten ontdekken. Voor andere gebreken (zoals gebreken die de opdrachtgever tijdensde uitvoering van het werk redelijkerwijs had moeten ontdekken) vervalt de aansprakelijkheid van de aannemer dus in beginsel niet.
De UAV 2012 (1989), veel gebruikte voorwaarden in de bouw, zijn nadeliger voor de opdrachtgever. Uitgangspunt van de UAV is dat de aannemer na oplevering niet meer aansprakelijk is voor gebreken, tenzij sprake is van een gebrek dat “ondanks nauwlettend toezicht tijdens de uitvoering dan wel bij de opneming van het werk door de directie redelijkerwijs niet onderkend had kunnen worden.”
Voor gebreken die de directie (of, als die er niet is, de opdrachtgever) tijdens de uitvoering van het werk redelijkerwijs had moeten onderkennen, is de aannemer volgens de UAV na oplevering dus ook niet meer aansprakelijk.
Wanneer had je iets redelijkerwijs moeten ontdekken/onderkennen?
De vraag is natuurlijk, wanneer je als opdrachtgever of directie nu iets “redelijkerwijs” had moeten ontdekken/onderkennen? En wat is eigenlijk de betekenis van de woorden “ondanks nauwlettend toezicht” in de UAV? Word je als opdrachtgever nou verondersteld nauwlettend toezicht te houden?
Het is goed om er op te wijzen dat uit de jurisprudentie van de Raad van Arbitrage voor de Bouw over de UAV blijkt dat arbiters helemaal niet veronderstellen dat steeds intensief toezicht plaatsvindt tijdens het werk. Ze plegen uit te gaan van het werkelijk uitgeoefende toezicht. Dus de mate waarin toezicht plaats heeft gehad en de mate van deskundigheid zijn van belang.