Spring naar inhoud

Ontslag van een statutair bestuurder – te allen tijde mogelijk?

Sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid kan een arbeidsovereenkomst van een werknemer slechts eenzijdig worden beëindigd indien daarvoor een redelijke grond aanwezig is, zoals disfunctioneren of een verstoorde arbeidsrelatie. Of een redelijke grond voor ontslag aanwezig is, dient in beginsel eerst te worden getoetst door het UWV of de kantonrechter. Maar hoe zit het met het ontslag van een statutair bestuurder?

Ontslag van een statutair bestuurder

Bij een besloten vennootschap beslist doorgaans de algemene vergadering van aandeelhouders of een eventuele raad van toezicht over het ontslag van een statutair bestuurder. Volgens artikel 2:244 BW kan een statutair bestuurder te allen tijde worden ontslagen. Is de statutair bestuurder werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst, dan eindigt deze daardoor echter nog niet.

De arbeidsovereenkomst kan, net als bij reguliere werknemers, wel worden opgezegd. Daarvoor heeft de vennootschap geen voorafgaande toestemming nodig van het UWV of de kantonrechter. Sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid moet ook bij eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een statutair bestuurder echter een redelijke grond voor ontslag aanwezig zijn.

De statutair bestuurder die het niet eens is met de opzegging van zijn arbeidsovereenkomst kan aan de rechter géén vernietiging van de opzegging vragen (iets wat reguliere werknemers wel kunnen). Eenmaal ontslagen blijft een statutair bestuurder dus uit dienst; terugkeer is niet mogelijk. Dat betekent niet dat ontslag van een statutair bestuurder zonder de aanwezigheid van een redelijke grond zonder gevolgen blijft. De kantonrechter kan de statutair bestuurder een zogenoemde billijke vergoeding toekennen als een redelijke grond ontbreekt.

Billijke vergoeding

De hoogte van de billijke vergoeding kan flink oplopen, zo getuigt de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant van 4 september 2017. Daar speelde het volgende.

Op 1 september 2016 trad bij een ingenieursbureau een statutair bestuurder in dienst. Nog geen vier maanden later vond een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders plaats waar het ontslag van de statutair bestuurder was geagendeerd. Nadat hoor- en wederhoor had plaatsgevonden, nam de algemene vergadering het ontslagbesluit. De arbeidsovereenkomst werd tegen 1 februari 2017 opgezegd. De statutair bestuurder startte daarop een procedure en stelde dat een redelijke grond voor ontslag ontbrak.

De vennootschap vond dat er een verschil van inzicht over het te voeren beleid en/of een vertrouwensbreuk aanwezig was en deed een beroep op de zogenoemde h-grond (de restgrond). De kantonrechter ging daar niet in mee. Volgens de kantonrechter is voor een beroep op deze grond op zijn minst vereist dat de statutair bestuurder vooraf wordt geconfronteerd met het feit dat de vennootschap andere ideeën heeft bij het te voeren beleid dan de statutair bestuurder. Dit was niet gebeurd. De vennootschap moet bovendien aan de statutair bestuurder hebben verteld welk beleid zij voor ogen heeft en hoe zij het wil hebben. Pas als de bestuurder weigert de wens van de vennootschap te volgen, zo overweegt de kantonrechter, kan van een verschil van inzicht worden gesproken. Dat de arbeidsovereenkomst van deze statutair bestuurder al na 4 maanden was beëindigd zonder dat over het gestelde verschil van inzicht überhaupt overleg met de bestuurder was gepleegd, rekende de kantonrechter de vennootschap zwaar aan. Gevolg: de kantonrechter kende de statutair bestuurder een billijke vergoeding toe van € 100.000,-- bruto.

Ontslag te allen tijde mogelijk

Ontslag van een statutair bestuurder is te allen tijde mogelijk. Ontbreekt een redelijke grond echter, dan kan daaraan wel een flink prijskaartje hangen.

Twijfelt u of er een redelijke grond voor ontslag aanwezig is, neem dan contact op met PlasBossinade. Wij helpen u graag verder.