Spring naar inhoud

Ontwikkelingen in franchiseland II

In een blog van 20 juni 2017 gingen we in op recente ontwikkelingen ten aanzien van franchiseovereenkomsten. Begin 2017 hebben zich namelijk twee ontwikkelingen voorgedaan die van belang zijn voor de verhouding tussen een franchisegever en een franchisenemer.

Belangrijke ontwikkelingen

In de eerste plaats heeft de Hoge Raad zich op 24 februari 2017 in het Street One Arrest uitgelaten over de verhouding tussen een franchisegever en een franchisenemer. De uitkomst van dat arrest is dat een franchisenemer een franchisegever, gemakkelijker dan voorheen werd aangenomen, aansprakelijk kan stellen voor fouten in een door de franchisegever verstrekte exploitatieprognose. Wanneer de franchisegever zelf onderzoek doet naar de exploitatiemogelijkheden en de uitkomsten van dat onderzoek aan de potentiële franchisenemer verstrekt, dan geldt dat de franchisegever aansprakelijk is jegens de franchisenemer voor fouten in die prognose, ook als de franchisegever geen wetenschap heeft van die fouten.

De tweede belangrijke ontwikkeling betreft het wetsvoorstel dat op 12 april 2017 door toenmalig demissionair Minister Kamp naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit wetsvoorstel bevat een regeling voor franchiseovereenkomsten en sluit aan bij de Nederlandse Franchise Code (‘NFC’). Deze zelfregulerende code betreft een set van regels die is opgesteld door afgevaardigden van zowel franchisenemers als franchisegevers met ondersteuning vanuit het Ministerie van Economische Zaken. De NFC bepaalt dat de franchisegever aan de potentiële franchisenemer de nodige informatie moet verstrekken, waaronder een omzet- en kostenprognose én dat de franchisegever moet instaan voor de deugdelijkheid daarvan.

Gevolg

Het gevolg van de uitspraak van de Hoge Raad en het wetsvoorstel met daarin een verwijzing naar de NCF is dat een franchisegever sneller aansprakelijk kan zijn jegens een franchisenemer dan voor die tijd werd aangenomen. Hoewel de franchisenemer niet meer hoeft te bewijzen dat de franchisegever wist dat de prognose fouten bevatte, kan het leveren van bewijs dát de prognose ondeugdelijk was nog steeds moeilijk zijn. Ook daarin lijkt de franchisenemer nu te worden geholpen.

Wet Acquisitiefraude

Op 1 juli 2016 is de Wet Acquisitiefraude in werking getreden. Doel en strekking van deze wet is het tegengaan van onjuiste voorstellingen van zaken bij werving. Bij de parlementaire behandeling van deze wet heeft de Minister van Economische Zaken aangegeven dat deze wet ook van toepassing is op franchiseverhoudingen. Dat betekent dat ook een door de franchisegever verstrekte prognose onder deze wet valt.

De Wet Acquisitiefraude bevat een omkering van de bewijslast zodat de franchisenemer in een gerechtelijke procedure niet zelf hoeft te bewijzen dat de prognose fouten bevat. In plaats daarvan zal de franchisegever moeten bewijzen dat de prognose juist géén fouten bevat.

Uitspraak Rechtbank Zeeland-West Brabant

Recentelijk heeft de Rechtbank Zeeland-West Brabant zich uitgelaten over de toepasselijkheid van de Wet Acquisitiefraude in franchiseverhoudingen. De rechtbank heeft namelijk het beroep van een franchisenemer op omkering van de bewijslast op grond van de Wet Acquisitiefraude gehonoreerd. Het verweer van de franchisegever dat de Wet Acquisitiefraude in dit geval niet van toepassing zou zijn omdat de franchiseovereenkomst al voor de inwerkingtreding van deze wet was gesloten, werd door de Rechtbank verworpen. De Rechtbank overweegt daarbij dat sprake is van een zorgplicht van de franchisegever jegens de franchisenemer die ook voor de inwerkingtreding van de Wet Acquisitiefraude al bestond.

Conclusie

De Rechtbank heeft de opmerkingen van de Minister dat de Wet Acquisitiefraude ook van toepassing is op franchiseverhoudingen bevestigd en daaraan toegevoegd dat het er niet toe doet wanneer de franchiseovereenkomst is gesloten omdat nu eenmaal sprake is van een zorgplicht van de franchisegever jegens de franchisenemer.

Deze uitspraak is in lijn met de hiervoor genoemde ontwikkelingen van begin 2017, namelijk de indiening van het wetsvoorstel met daarin een verwijzing naar de NFC die de franchisenemer een verdergaande mate van bescherming biedt én het Street One Arrest.