Spring naar inhoud

Duurzaam ondernemen als contractuele verplichting

Bij het behalen van de klimaatdoelstellingen van het Akkoord van Parijs is een belangrijke rol weggelegd voor ondernemingen. De Verenigde Naties zag dit in het begin van deze eeuw al in en heeft toen duurzaamheidsdoelstellingen voor het bedrijfsleven ontwikkeld: de Millennium Development Goals.

In 2015 sloten veel landen zich aan bij UN Global Compact, een door de Verenigde Naties opgestelde wereldwijde standaard voor duurzaam ondernemen. In Europa zijn in het kader van de Green Deal aanpassingsvoorstellen voor het klimaat-, energie-, vervoers- en belastingbeleid gedaan. Deze voorstellen zullen ongetwijfeld gevolgen hebben voor (nationale) regelgeving op het gebied van duurzaamheid. Of zoals dit tegenwoordig vaak wordt aangeduid: ESG (Environment, Social & Governance). Wat betekenen deze ontwikkelingen voor individuele ondernemingen?

UN Global Compact

UN Global Compact bestaat uit 10 principes en 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals, ofwel SDG’s), met 169 subdoelen, die betrekking hebben op mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu en anti-corruptie. De principes geven bedrijven richtlijnen voor hun handelen, die zijn ontleend aan internationale verklaringen en verdragen[1]. De SDG’s zijn de doelstellingen die met het toepassen van de principes bereikt moeten worden.

Basis is vrijwilligheid

Ondernemingen kunnen zich bij UN Global Compact aansluiten om zo de wereld in 2030 tot een betere plek te maken. Wereldwijd hebben veel ondernemingen zich al aangesloten, ook in Nederland[2]. Aansluiten bij UN Global Compact gebeurt op basis van vrijwilligheid, maar is niet vrijblijvend. Van ondertekenaars van UN Global Compact wordt verwacht dat zij jaarlijkse voortgangsrapportages opstellen. Uiteraard kunnen ondernemingen zich buiten het UN Global Compact om ook inzetten voor de ESG doelstellingen.

Toch verplichtend?

Via het juridische instrumentarium kan aan het bevorderen van de ESG doelstellingen een meer verplichtend karakter worden gegeven. En dat gebeurt ook. Zo is er de ontwikkeling dat banken en andere investeerders (zowel private equity investeerders als publieke fondsen) in hun overeenkomsten opnemen dat de onderneming moet verklaren dat zij ESG doelstellingen onderschrijft. Als concrete verplichting kan bijvoorbeeld worden opgenomen dat de onderneming de principes van UN Gobal Compact naleeft.

Ondernemingen proberen ook zelf hun productie- en handelsketens te verduurzamen en laten hun toeleveranciers zich in contracten of verklaringen (Codes of Conduct) committeren aan (bepaalde) ESG doelstellingen. Het bijzondere van deze clausules is dat zij niet primair dienen om de belangen van de contractspartijen te waarborgen, maar tot doel hebben om externe belangen (het duurzaam produceren en handelen) te waarborgen.

Effectief?

Bij de juridische afdwingbaarheid van contractuele duurzaamheidsverplichtingen kunnen kanttekeningen geplaatst worden. Vaak gaat het niet om harde (resultaats)verplichtingen maar om inspanningsverplichtingen of intenties.

Het is bijvoorbeeld niet gemakkelijk om te stellen dat geleverde producten, die voldoen aan de overeengekomen specificaties en kwaliteitseisen, toch niet voldoen aan hetgeen de koper op grond van de overeenkomst mag verwachten (het conformiteitsvereiste), omdat de producent zich niet voldoende heeft ingespannen om zijn productiemethode te verduurzamen.

Toch hebben contractuele duurzaamheidsclausules wel degelijk (juridische) waarde. Als een producent of leverancier (ernstig) nalatig is in het naleven van de overeengekomen duurzaamheidseisen, kan de koper erop aandringen dat de producent of toeleverancier haar gedrag (aantoonbaar) verbetert. Eventueel kan de koper de overeenkomst ontbinden of besluiten een overeenkomst die voor langere duur is aangegaan op te zeggen c.q. niet te verlengen.

Ook banken en investeerders kunnen consequenties verbinden aan structurele schending van bijvoorbeeld de principes van UN Global Compact. Zij kunnen de onderneming  verplichten om stappen te maken op het gebied van duurzaamheid. Als ultieme consequentie kan een bank of investeerder besluiten de relatie te beëindigen c.q. niet voort te zetten. Bovenal dragen contractuele duurzaamheidsclausules in algemene zin bij aan bewustwording en verandering van gedrag.

Contractuele duurzaamheidsclausules zijn op deze manier dus wel degelijk effectief en kunnen een vliegwielfunctie vervullen voor de belangrijke bijdrage die het bedrijfsleven kan leveren aan noodzakelijke verduurzaming van de wereld. Voor iedere ondernemer iets om over na te denken.

[1] De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948), de verklaring van de ILO betreffende de fundamentele principes en rechten inzake werk (1998), de Verklaring van Rio inzake Milieu en Ontwikkeling (1992) en het Verdrag van de Verenigde Naties tegen Corruptie (2003)

[2] Binnen het Global Compact Network Netherlands; zie www.gcnetherlands.nl