Spring naar inhoud

Oplossingen voor impasses in de onderneming

Het komt nogal eens voor, een onderneming met twee bestuurders die ook beide de helft van de aandelen houden. Denk aan joint ventures of een man-vrouw-onderneming, maar er zijn ook andere situaties. Een machtsevenwicht in de onderneming heeft voordelen, maar heeft als risico dat bij verschil van mening de stemmen staken en geen besluitvorming kan plaatsvinden. Een aanhoudend verschil van mening kan een impasse opleveren die zeer schadelijk kan zijn voor de onderneming. Het is belangrijk dat er dan een oplossing mogelijk is.

Op voorhand afspraken maken

Het is raadzaam om op voorhand afspraken te maken over een oplossing voor een mogelijke impasse. Bij het aangaan van een samenwerking is dat geen populair onderwerp, maar het kan veel ellende achteraf voorkomen door daar toch over na te denken. Afspraken kunnen worden vastgelegd in de statuten of in een joint venture- of aandeelhoudersovereenkomst.

Escalatieregeling

Om te beginnen kan een escalatieregeling worden overeengekomen. Dit betekent dat het geschilpunt op een (steeds) hoger niveau binnen de onderneming of haar aandeelhouders wordt besproken en eventueel beslist. Bij een impasse binnen het bestuur zou geëscaleerd kunnen worden naar de raad van commissarissen, vervolgens naar de algemene vergadering en eventueel naar de directie van de aandeelhouders.

Beslissing door een derde

Ook kan (daarnaast) overeengekomen worden dat het geschilpunt door een derde wordt beslist (in de vorm van een bindend advies of in de vorm van arbitrage). Aandeelhouders voelen er echter niet altijd voor om een beslissing over de onderneming in handen van een derde leggen.

Geforceerd uit elkaar

Een andere regeling voor een (blijvende) impasse is dat aandeelhouders geforceerd uit elkaar gaan. Hier zijn meerdere varianten voor, met mooie namen zoals “Russian Roulette” of “Mexican Shout Out”. Bij de eerste variant doet de ene aandeelhouder een bod op de aandelen van de andere aandeelhouder, die dan verplicht is om dit aanbod te aanvaarden of dit aanbod om te draaien en dus zijn eigen aandelen op dezelfde voorwaarden over te dragen. Bij de tweede variant leggen beide aandeelhouders een geheim bod neer bij een notaris of een andere derde, die dit bod opent. De aandeelhouder met het laagste bod moet zijn aandelen overdragen aan de aandeelhouder met het hoogste bod. Welke regeling aan te bevelen is, hangt af van de specifieke situatie. Weten beide aandeelhouders bijvoorbeeld even veel over de onderneming? Hebben beide aandeelhouders de (financiële) mogelijkheid om de aandelen van de ander over te nemen?

Procederen

Als er geen statutaire of contractuele regeling is, zijn er nog andere mogelijkheden om uit een impasse te komen.

De wet biedt een aandeelhouder de mogelijkheid om in een procedure bij de rechtbank te vorderen dat een medeaandeelhouder wordt veroordeeld om zijn aandelen over te nemen of zijn eigen aandelen over te dragen. Dit kan echter alleen op grond van specifieke schadelijke gedragingen van die medeaandeelhouder, waarvan lang niet altijd sprake is bij het bestaan van een verschil van inzicht.

Bij een impasse in de onderneming is ook een procedure bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam mogelijk. De Ondernemingskamer kan een onderzoek naar de gang van zaken en het beleid van de onderneming gelasten indien er gegronde reden bestaat om aan een juist beleid te twijfelen. Het is vaste rechtspraak dat deze twijfel wordt aangenomen indien sprake is van een voortdurende impasse. De Ondernemingskamer kan ook (voorlopige) voorzieningen treffen waarmee wordt ingegrepen in de zeggenschapsstructuur, bijvoorbeeld het schorsen of ontslaan van bestuurders en/of het tijdelijk benoemen van een (extra) bestuurder en/of tijdelijke overdracht van (een deel van) de aandelen ten titel van beheer. Een procedure bij de Ondernemingskamer verloopt voortvarend en de Ondernemingskamer gaat praktisch om met haar bevoegdheden. Zij is daarbij niet gebonden aan wat partijen vorderen. De gang naar de Ondernemingskamer biedt daarom vaak een uitweg uit een ontstane impasse.

Bij een goed einde hoort een goed begin. Daarom is belangrijk om bij het aangaan van een samenwerking op fifty-fifty basis na te denken en te spreken over situaties die zich in de toekomst kunnen voordoen, inclusief de mogelijkheid van een verschil van mening en een impasse. Bij het aangaan van de samenwerking kunnen partijen objectiever nadenken over de vraag of, en zo ja welke afspraken zij over dergelijke situaties willen maken. Het kan ook een keuze zijn om hierover geen afspraken te maken. Maar als er al een impasse is, is het vaak veel lastiger om alsnog tot afspraken te komen.