Tweede Kamer wil betalingsregeling coronabelastingschuld tot maximaal zeven jaar
Veel ondernemers hebben in de coronaperiode gebruik gemaakt van het uitstelbeleid van de Belastingdienst. Dat uitstelbeleid is vervallen, en de openstaande belastingschulden moeten nu uiterlijk 1 oktober 2027 worden voldaan. De omvang van de belastingschulden in combinatie met hun liquiditeitspositie maakt dat meerdere – verder levensvatbare – ondernemers verwachten problemen te gaan ondervinden om die regeling na te komen. De Tweede Kamer komt hen daarin tegemoet.
Huidige regeling
Uitgangspunten van de betalingsregeling zijn dat de belastingschuld wordt afgelost in 60 maandelijkse gelijke termijnen en in oktober 2022 aanvangt. De uiterste betaaldatum van de eerste betalingstermijn is 31 oktober 2022. Hiervan kan worden afgeweken als de ondernemer aannemelijk maakt dat het voor hem redelijkerwijs niet mogelijk is in oktober 2022 aan te vangen met het aflossen van zijn coronaschuld volgens het bovenstaande betaalschema, bijvoorbeeld als zijn liquiditeitspositie dat vanwege beperkende maatregelen van het kabinet nog niet in redelijkheid toelaat. De ondernemer kan in dat geval op een later moment beginnen met aflossen volgens dat betaalschema, mits de belastingschuld uiterlijk 1 oktober 2027 volledig is afgelost.
Tijdens de duur van de betalingsregeling moet de ondernemer zich stipt houden aan zijn nieuw opkomende fiscale verplichtingen. Dit betekent dat de ondernemer tijdig juiste aangiften indient en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichtingen tijdig en volledig nakomt. Als blijkt dat de ondernemer gedurende de betalingsregeling niet (meer) voldoet aan deze voorwaarde kan de ontvanger de betalingsregeling als bedoeld in dit onderdeel weigeren of beëindigen. Voordat de ontvanger de regeling beëindigt of weigert, stelt hij de ondernemer in de gelegenheid om alsnog binnen veertien dagen aan de voorwaarden te voldoen. De betalingsregeling wordt eveneens niet toegekend of ingetrokken als de belangen van de Staat zich tegen de betalingsregeling verzetten.
Voorgesteld beleid
Het Tweede Kamerlid Aartsen van de VVD heeft een motie ingediend ten aanzien van het noodpakket banen en economie. In deze motie benoemt hij dat de coronacrisis een zeer uitzonderlijke situatie was en veel ondernemers daardoor noodgedwongen een belastingschuld hebben moeten opbouwen. Tevens onderkent hij dat de standaard betalingsregeling voor een bepaalde groep levensvatbare ondernemers niet voldoende is en dat het alternatief (faillissement, WHOA, bedrijfsbeëindiging et cetera) niet gewenst is. Aartsen verzoekt daarom de regering om ondernemers waarvoor de vijfjaarstermijn te kort is, op verzoek en na een lichte toets voor levensvatbaarheid, onder voorwaarde gebruik te laten maken van een extra uitstel tot zeven jaar om hun belastingschulden terug te betalen. CDA, D66, ChristenUnie, SGP en PVV hebben de motie mede ondertekend, wat maakt dat de motie zeer waarschijnlijk wordt aangenomen.
Het is nog niet bekend hoe de ‘lichte toets voor levensvatbaarheid’ er uit gaat zien. Mogelijk dat dit een verklaring van een derde-deskundige zal zijn, die een liquiditeitsprognose opstelt en toelicht waarom nader uitstel noodzakelijk is.