Spring naar inhoud

Vooroverleg met de fiscus

Stel: je wilt als DGA het gebruikelijk loon dat je van je BV ontvangt vaststellen, en overlegt daarover met je belastingadviseur. Hij of zij vindt een bepaald bedrag aan gebruikelijk loon pleitbaar, maar kan je helaas niet garanderen dat de Belastingdienst daar hetzelfde over denkt. In zo’n situatie kan vooroverleg met de fiscus uitkomst bieden. Vooroverleg biedt namelijk zekerheid over de fiscale gevolgen van voorgenomen (of al verrichte) handelingen van burgers of bedrijven. Maar wat nu als het standpunt van de fiscus niet het gewenste standpunt is? Hoe moet je dan handelen?

Een tijdje geleden heeft de Belastingdienst naar aanleiding van een WOB-verzoek het Handboek Vooroverleg 2018 openbaar gemaakt. Uit dit besluit en het Besluit Fiscaal Bestuursrecht blijkt hoe de Belastingdienst een verzoek tot vooroverleg behandelt. Zo wordt onder andere geëist dat het verzoek een duidelijke omschrijving van de casus bevat, met daarbij een helder standpunt over de fiscale consequenties van de voorgelegde casus. De Belastingdienst kan naar aanleiding van dit verzoek een eenzijdig standpunt innemen of een vaststellingsovereenkomst sluiten met de belastingplichtige.

Als het standpunt van de Belastingdienst niet overeenkomt met het standpunt van de belastingplichtige, dan wordt dat duidelijk medegedeeld. De Belastingdienst schrijft in het Handboek dat zij er vervolgens van uitgaat dat de belastingplichtige het standpunt van de inspecteur zal volgen bij het indienen van de aangifte. Hiertoe bestaat echter geen verplichting. Als je (of jouw belastingadviseur) een pleitbaar standpunt heeft ingenomen in het verzoek tot vooroverleg, dan mag je ook aangifte doen conform dat standpunt. Het is aan de inspecteur om de aangifte vervolgens te corrigeren, na te heffen of na te vorderen. Een vergrijpboete vanwege een onjuiste aangifte bij een pleitbaar standpunt is voor de duidelijkheid ook niet aan de orde.

Als je toch aangifte doet conform het standpunt van de inspecteur, en je maakt vervolgens bezwaar tegen de aanslag, dan is het belangrijk te weten dat je in beginsel de juistheid van het standpunt moet bewijzen. Immers, wie stelt, draagt het bewijsrisico. Dit ligt anders als je aangifte doet conform je eigen pleitbare standpunt; dan ligt de bewijsbal in beginsel bij de inspecteur. Omkering en verzwaring van je bewijslast is niet aan de orde bij een pleitbaar standpunt. Dit is een belangrijk verschil.

Laat je dus niet van de wijs brengen door deze vingerwijzing van de Belastingdienst.