Spring naar inhoud

Wanneer is een weg openbaar?

Verreweg de meeste wegen in Nederland zijn gewone openbare wegen in beheer bij gemeente, rijk of provincie. Sommige stukken weg liggen echter op grond van particulieren. Veel mensen denken dat zo’n weg die particulier eigendom is niet openbaar kan zijn. Dat is een misverstand. Ook particuliere wegen kunnen openbaar zijn. Dat is geregeld in de Wegenwet. Het gevolg daarvan is dat de particuliere eigenaar, ook al ligt de weg op zíjn grond, al het verkeer over zo’n weg moeten dulden en die weg niet mag afsluiten of verwijderen.

Dat laatste gebeurde wel in de gemeente Leudal. Daar had een bedrijf de asfaltverharding van een keerlus verwijderd, die kennelijk onderdeel was van een weg op een bedrijventerrein. Andere bedrijven en de gemeente waren het daar niet mee eens. De gemeente sommeerde het bedrijf de keerlus in oude staat te herstellen. In de daaropvolgende procedure ging het over de vraag of die keerlus op particuliere grond een openbare weg was in de zin van de Wegenwet. De Raad van State vond uiteindelijk van wel met als gevolg dat de verwijderde keerlus weer moest worden hersteld.

Wanneer is een weg openbaar?

De openbaarheid van wegen is geregeld in de Wegenwet (uit 1930, maar nog steeds springlevend). Een weg wordt openbaar als een weg (artikel 4 Wegenwet):

  1. 30 achtereenvolgende jaren voor een ieder toegankelijk is geweest;
  2. als een overheid het onderhoud daarvan doet, gedurende 10 jaren voor iedereen toegankelijk is geweest;
  3. als de rechthebbende daaraan de bestemming van openbare weg heeft gegeven.

Bordjes “eigen weg” onderbreken de termijn van 30 of 10 jaar. Met zo’n bordje beoogt de eigenaar van een weg meestal te voorkomen dat zijn weg na verloop van tijd openbaar wordt en hij die weg niet meer mag afsluiten of verwijderen.

Bij de keerlus in Leudal ging het om de vraag of de rechthebbende – in dat geval Rijkswaterstaat – bij de aanleg van de keerlus daaraan de bestemming van openbare weg had gegeven. Dat was niet in een afzonderlijk daarop toegespitst besluit gebeurd, maar kon wel worden afgeleid uit briefwisseling, een overeenkomst en de feitelijke zaken. Dat was voor de Raad van State voldoende voor de conclusie dat Rijkswaterstaat aan de keerlus de bestemming openbare weg had gegeven. Als een particulier aan een weggedeelte de bestemming openbare weg wil geven, dan is daarvoor de medewerking van de gemeenteraad nodig (artikel 5 lid 1 Wegenwet), maar een overheid (in dit geval Rijkswaterstaat) kan dat dus zelf, zonder expliciet besluit en zonder medewerking van de gemeenteraad.

Wanneer is een weg een weg?

Aan de vraag of en hoe lang een weg voor iedereen toegankelijk is geweest en of de rechthebbende daaraan een openbare bestemming heeft gegeven, gaat de vraag vooraf of eigenlijk wel sprake is van een weg in de zin van de Wegenwet. Niet iedere parkeerplaats of (lange) oprit is juridisch gezien een weg. Een weg “het land in”, die alleen maar is bedoeld om verder weg gelegen percelen te bereiken, is bijvoorbeeld geen weg in de zin van de Wegenwet. De Wegenwet heeft volgens de Raad van State betrekking op de doorgaande verbindingen. Een niet doorgaand pad dat slechts naar één of enkele percelen leidt, is eerder een oprit of uitweg, dan een weg in de zin van de Wegenwet.

Als u met de Wegenwet te maken krijgt, check dan éérst even of uw ‘weg’ überhaupt wel een weg in de zin van de Wegenwet is, voordat u gaat onderzoeken of en hoe lang die ‘weg’ voor iedereen toegankelijk is geweest of ooit een openbare bestemming heeft gekregen.