Wie is de overtreder? De ene overtreding is de andere niet
In handhavingszaken (bestuursdwang, dwangsom) is het altijd van belang om goed te checken wie de overtreder is: een last onder dwangsom kan alleen worden gericht aan de overtreder en ook bestuursdwangkosten kunnen alleen worden verhaald op de overtreder.
Maar wie is dan precies die overtreder? De wet helpt ons niet heel veel verder. Volgens artikel 5:1 lid 1 Awb is de overtreder: “degene die de overtreding pleegt of medepleegt”. De aard van de overtreding bepaalt dus wie precies de overtreder is. Dat luistert nauw, blijkt weer eens uit een uitspraak van de Raad van State van 4 november 2020.
Nertsenfokkerij, drugslab, autowrakken en bodemverontreiniging
Op het terrein van een nertsenfokkerij in de gemeente Voerendaal waren diverse overtredingen geconstateerd. Het perceel bevond zich in ernstig vervuilde en verwaarloosde staat. Her en der op het perceel lagen autowrakken, vaten met olie-afval en jerrycans aanwezig. En ecstasy-kristallen duidden op de aanwezigheid van een drugslab. Het perceel en de inrichting vielen in een onverdeelde nalatenschap, waarin broer en zus ieder voor de helft deelgenoot waren. Zus had echter met het bedrijf niet zo veel te maken. Zij had haar broer een volmacht verleend waardoor het normale beheer van de nalatenschap bij broer berustte. Zus meende dan ook dat zij geen overtreder was en procedeerde daarom tegen aan haar opgelegde lasten onder dwangsom.
Die lasten waren gebaseerd op verschillende overtredingen. Deels op grond van artikel 13 Wbb en artikel 10.1 Wm en deels op zorgplichtbepalingen uit het Activiteitenbesluit.
Bij iedere overtreding hoort een eigen overtreder
Het Activiteitenbesluit richt zich tot de drijver van de inrichting. Wil zus dus overtreder zijn van zorgplichtbepalingen uit het Activiteitenbesluit, dan kan dat alleen als zij (mede-)drijver van de inrichting is. Dat was volgens de Afdeling niet het geval. Zij oefende geen zeggenschap uit binnen de inrichting en was daarom geen mede-drijver van de inrichting. Zij was dus géén overtreder, althans niet van de zorgplichtbepalingen uit het Activiteitenbesluit.
Dat neemt volgens de Afdeling echter niet weg dat zij wel overtreder is van de zorgplichtbepalingen uit de Wbb. Die richten zich namelijk niet tot de drijver van de inrichting, maar tot de (mede-)eigenaar van het perceel (sterker nog, die zorgplichtbepalingen richten zich tot een ieder). Als mede-eigenaar kende zij de situatie op het terrein en had zij moeten begrijpen dat enig ingrijpen was geboden. Als mede-eigenaar was zij daartoe bevoegd en gehouden. Zij heeft echter helemaal niets gedaan. Daarom is zij in haar hoedanigheid van mede-eigenaar door B&W wél terecht als mede-overtreder van de zorgplichtbepalingen uit de Wbb aangemerkt.
Conclusie
Neem niet te snel aan dat iemand wel of geen (mede-)overtreder is. Het luistert nauw en is afhankelijk van de overtreden norm (tot wie richt zich die?) en uiteraard van de feitelijke omstandigheden.