Spring naar inhoud

Wie is strafbaar voor het doen van onjuiste belastingaangiften?

Het is strafbaar om een onjuiste of onvolledige belastingaangifte in te dienen, als die aangifte er toe leidt dat te weinig belasting wordt geheven. De hamvraag is vervolgens: wie is daarvoor strafbaar? De Hoge Raad heeft op 28 januari 2020 bepaald dat alleen de aangifteplichtige als pleger kan worden aangemerkt in de zin van artikel 69, lid 2 Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). De pleger is dus degene op wiens belasting- of betalingsplicht de aangifte betrekking heeft, of zijn vertegenwoordiger (bijvoorbeeld de bestuurder van een rechtspersoon, zie artikel 42 tot en met 44 AWR). Een belastingadviseur of administrateur valt hier niet onder; hij of zij is dus geen pleger en niet strafbaar op grond van artikel 69, lid 2 AWR.

Kwaliteitsdelict

Een vrouw heeft een winkel die zij drijft in de vorm van een eenmanszaak. Haar man (de verdachte) verzorgt haar administratie en doet ook haar aangiften inkomsten- en omzetbelasting. De administratie is niet op orde en daardoor kloppen de ingediende aangiften ook niet. De man wordt vervolgd op basis van artikel 69, lid 2 AWR: het doen van onjuiste belastingaangiften. De man wordt door het Hof vrijgesproken: artikel 69, lid 2 AWR richt zich volgens het Hof alleen tot de aangifteplichtige, anderen (zoals de man) kunnen slechts als deelnemer van dit delict worden aangemerkt. Artikel 69, lid 2 AWR is met andere woorden een kwaliteitsdelict. Een kwaliteitsdelict is een delict dat zich slechts tot personen richt met een bepaalde kwaliteit of hoedanigheid. In deze situatie is dat de kwaliteit van belastingplichtige of inhoudingsplichtige. En die kwaliteit bezit de man niet, maar alleen zijn vrouw.

Hoge Raad

De Hoge Raad sluit zich aan bij het oordeel van het Hof. Een (onjuiste) aangifte kan alleen worden aangemerkt als ‘een bij de belastingwet voorziene aangifte’ indien die aangifte is gedaan door degene op wiens belasting- of betalingsplicht de aangifte betrekking heeft, of door de degene die uit hoofde van artikel 42 tot en met 44 AWR als vertegenwoordiger van de belasting- of inhoudingsplichtige kan optreden. Dient iemand anders die aangifte in, dan is dat niet strafbaar op grond van artikel 69, lid 2 AWR.

Wat betekent dit?

De accountant, belastingadviseur of administrateur kan niet worden vervolgd op grond van artikel 69, lid 2 AWR, omdat hij of zij niet de aangifteplichtige is. Maar dat betekent niet dat hij of zij voortaan vrijuit gaat. Als de adviseur als deelnemer (medepleger, medeplichtige, doen pleger of uitlokker) kan worden aangemerkt, is vervolging op grond van artikel 69, lid 2 AWR nog wel mogelijk. Ook kan onder omstandigheden sprake zijn van vervolging wegens valsheid in geschrifte.