Spring naar inhoud

Woonboten: schepen of bouwwerken?

Van de buitenkant zie je er niets van, maar de juridische status van woonboten is sinds 1 januari 2018 ingrijpend gewijzigd. Op die dag trad de “Wet verduidelijking voorschriften woonboten” in werking. Daardoor zijn veel woonboten op 1 januari 2018 om 0.00 uur in juridische zin “bouwwerken” geworden. Dat betekent concreet dat daarvoor geen ligplaatsvergunning (vaak een gemeentelijke of provinciale vergunning) meer nodig is, maar een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Dat houdt in dat ze moeten passen in het bestemmingsplan. Ook moeten woonboten gaan voldoen aan allerlei technische eisen uit het Bouwbesluit, die tot 1 januari 2018 alleen maar voor ‘echte’ gebouwen golden.

Zijn alle woonboten nu opeens bouwwerken?

Nee, niet alle woonboten. Twee categorieën woonboten zijn juridisch gezien schepen gebleven en geen bouwwerken geworden.

‘Echte’ boten

Boten waarvan de primaire functie varen is (beroepsvaart, pleziervaart, zeilvaart en motorchartervaart) waren en zijn geen bouwwerken. Dit zijn “echte” schepen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, maar waarvoor de scheepvaartverkeerswetgeving geldt.

Boten bestemd en gebruik voor de vaart

Deze tussencategorie omvat schepen waarvan niet bij voorbaat duidelijk is of deze altijd moeten worden aangemerkt als varend schip. Het kan gaan dan om (historische) varende schepen waarop wordt verbleven (wonen, restaurant, museum). Deze schepen liggen veelal langere tijd stil, maar er wordt af en toe mee gevaren. De wetgever noemt deze schepen “bestemd en gebruikt voor de vaart”. Ze moeten dus nog kunnen varen, maar het is niet nodig dat er vaak mee wordt gevaren. Af en toe is voldoende.

Deze categorie dreigt onderwerp van discussie en voer voor juristen te worden. Want wanneer kan een woonboot varen? is daarvoor een (werkende?) motor, zeil en stuurinrichting nodig? En wat is “af en toe varen”?

Ook deze tussencategorie-schepen zijn géén bouwwerken en daarvoor is dus geen omgevingsvergunning nodig. Ze hoeven ook niet te voldoen aan de bouwregelgeving.

Woonboten die niet kunnen varen of nooit varen

Woonboten die nooit varen of niet eens kunnen varen, zijn niet langer een schip, maar een bouwwerk. Alle bestaande ligplaatsvergunningen (of ontheffingen) zijn vanaf 1 januari 2018 van rechtswege een omgevingsvergunning geworden. Zelfs als voor 1 januari 2018 voor een woonboot géén ligplaatsvergunning vereist was, dan geldt voor deze woonboot vanaf 1 januari 2018 toch van rechtswege dat daarvoor een omgevingsvergunning is verleend.

Als er verder niets geregeld zou zijn, dan zouden op deze woonboten automatisch alle technische voorschriften van het Bouwbesluit van toepassing zijn. Dat kan natuurlijk niet en dat is ook niet de bedoeling. Daarom heeft de wetgever bij wijze van overgangsrecht bepaald dat op 1 januari 2018 bestaande woonboten niet hoeven te voldoen aan het Bouwbesluit.

Nieuw te bouwen woonboten zullen wel moeten voldoen aan de technische regels uit het Bouwbesluit, maar daarvoor worden wel aangepaste nieuwbouw- en verbouwvoorschriften in het Bouwbesluit opgenomen.

Juridische regels woonboten complexer

Je ziet er dus niets van, maar de juridische regels rondom woonboten zijn complexer geworden. Waar vroeger kon worden volstaan met een eenvoudige ligplaatsvergunning, geldt nu dat woonbooteigenaren – zeker bij nieuwbouw – rekening moeten houden met de Wabo, het bestemmingsplan en de technische eisen uit het Bouwbesluit. De vrijheid op het water is helaas wat minder geworden.