Geschillenbeslechting
De Wet toekomst pensioenen (WTP) brengt de nodige wijzigingen met zich mee. Een van de wijzigingen is de plicht van de pensioenuitvoerders om zich aan te sluiten bij een onafhankelijke en externe geschillencommissie. Deze verplichting, opgenomen in artikel 48c WTP, is bedoeld om geschillen op een efficiënte en rechtvaardige manier te beslechten.
In deze blog leggen we uit wat deze wijziging inhoudt, hoe de geschillencommissies werken, en welke keuzes werknemers, werkgevers en pensioenuitvoerders hebben bij een geschil.
Geschillencommissies: Kifid en GIP
Voor verzekeraars bestaat al een externe geschillencommissie: het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Voor pensioenfondsen is een nieuwe instantie opgericht: de Geschilleninstantie Pensioenfondsen (GIP). Beide organen hebben als doel om een oplossing te vinden door middel van bemiddeling.
Bij de GIP wordt deze bemiddelingsfunctie ingevuld door Ombudsman Pensioenen, die organisatorisch deel uitmaakt van de GIP. Lukt bemiddeling niet, dan kan een geschillencommissie een advies uitbrengen. Afhankelijk van de keuzes van de betrokken partijen kan dit advies bindend of niet-bindend zijn.
Bindend advies: wat betekent het?
Als een werknemer, werkgever of pensioenuitvoerder kiest voor een bindend advies, kunnen zij zich niet meer tot de burgerlijke rechter wenden. Dit brengt voordelen met zich mee, zoals een sneller en eenvoudiger proces, maar het betekent ook dat men gebonden is aan de uitspraak van de geschillencommissie.
Toch is er een vangnet. Bij zowel Kifid als GIP bestaat de mogelijkheid om in beroep te gaan bij een Commissie van Beroep. Dit biedt een extra controlemechanisme, zodat een hoger beroep mogelijk blijft. Onder uitzonderlijke omstandigheden kan een bindend advies alsnog worden aangetast door de burgerlijke rechter, bijvoorbeeld als er ernstige fouten zijn gemaakt in het proces of de uitspraak.
Vrijheid voor de werknemer
Werknemers zijn niet verplicht om gebruik te maken van een geschilleninstantie zoals Kifid of GIP. Ze kunnen ervoor kiezen om direct naar de burgerlijke rechter te stappen. Bovendien is er flexibiliteit: een werknemer die een klacht indient bij een geschillencommissie maar kiest voor een niet-bindend advies, kan halverwege alsnog besluiten naar de rechter te gaan. Dit geeft werknemers meer controle over hun juridische traject.
Interne klachtenprocedure verplicht
Naast de externe geschillencommissies schrijft de WTP in artikel 48b Pensioenwet ook voor dat pensioenuitvoerders een interne klachtenprocedure moeten hebben. Dit biedt een laagdrempelige eerste stap om klachten intern op te lossen voordat externe stappen worden genomen.
PlasBossinade, dé pensioenrechtadvocaten van Noord-Nederland, gespecialiseerd in pensioenrecht