Spring naar inhoud

Governancestructuren en (regionale) samenwerkingsverbanden

Met toenemende mate worden er organisatie- en governancestructuren gehanteerd met andere rechtsvormen dan een stichting. Bijvoorbeeld met besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid of de coöperatie. Daarnaast ontstaan er steeds meer samenwerkingen tussen organisaties.

Daarom richt de Governancecode Zorg 2022 (GCZ) zich onder andere op de governance in samenwerkingsverbanden. Mede naar aanleiding van het advies van de Innovatie en Adviescommissie van de BOZ is er een toevoeging gedaan aan de inleiding van de GCZ.

Op welke manier past de GCZ in de governancestructuren en samenwerkingsverbanden?

De positionering, regulering en effectuering van het interne toezicht vormt een belangrijk aandachtspunt bij de opzet en inrichting van zorgondernemingen met professionals of private aandeelhouders en concernstructuren met meerdere stichtingen, vennootschappen en/of coöperaties. In artikel 2.1.3 van de Governancecode Zorg is bepaald dat de waarden en normen mede de mogelijkheid tot, en de invulling van, de samenwerking met andere partijen bepaalt. Ook in artikel 5.2.2. wordt kort verwezen naar het aangaan van een duurzame samenwerking en de verantwoordelijkheid van het bestuur.

De grootste wijziging/toevoeging is zoals al aangegeven de aanvulling in de inleiding van de GCZ. Daar is het volgende opgenomen:

“De principes uit de code werken voor de zorgorganisatie ook door in de samenwerkingsverbanden die zij aangaat. Dan gaat het bijvoorbeeld over de afspraken over hoe het bestuur en toezicht ten aanzien van eigen en gedeelde verantwoordelijkheden en gezamenlijke doelen, zijn vastgelegd.”

Toezicht tot op de bodem van de zorgorganisatie

De verantwoordelijkheid van de RvC beperkt zich niet tot een rechtspersoon waar hij formeel is ingesteld, maar geldt recht evenredig voor alle ingehangen rechtspersonen die zorg verlenen. Met andere woorden: de RvC dient integraal toezicht te houden tot op de bodem van de zorgorganisatie en mag niet in een positie gebracht worden waarin ze geen direct toezicht meer kan houden op de activiteiten van de ingehangen BV’s die zorg verlenen.

De GCZ verwijst naar de handreikingen over inrichtingsvraagstukken omtrent de rechtsvorm waarin bv’s, die behulpzaam zijn bij inrichting van de governance van bv-structuren, zijn betrokken.

Aandacht voor belangenverstrengeling in de GCZ

Veel aandacht van de GCZ gaat uit naar de belangenverstrengeling. De raad van bestuur en raad van toezicht (commissarissen) moeten maatregelen en reglementen vastleggen om belangenverstrengeling te signaleren, te voorkomen en de schijn hiervan te vermijden. Mijn collega Fabian Keijzer schreef hier een blog over.

Heb je vragen over governance? Neem gerust contact op.

Heb je vragen over de governance binnen een samenwerking die je bent aangegaan of over de governance binnen je structuur? Neem dan gerust contact op. Dan kijken we samen hoe we de governance – in lijn met GCZ – (werkbaar) kunnen inrichten.