Medezeggenschap en de Wet toekomst pensioenen (Wtp)
Werkgevers die wijzigingen willen doorvoeren in de pensioenregeling van hun werknemers in het kader van de Wet toekomst pensioenen (Wtp), moeten zorgvuldig rekening houden met de juridische aspecten rondom medezeggenschap. Dit houdt in dat er overleg moet plaatsvinden met de Ondernemingsraad (OR), de personeelsvertegenwoordiging of tijdens een personeelsvergadering.
Wettelijke verankering in de WOR
De Wet op de Ondernemingsraden (WOR) stelt in artikel 27 lid 1 sub a dat elke wijziging van de pensioenregeling pas kan plaatsvinden na instemming van de Ondernemingsraad. Het begrip ‘pensioenovereenkomst’ wordt verder toegelicht in artikel 27 lid 7 van de WOR.
Werkgevers die vallen onder een verplicht bedrijfstakpensioenfonds zijn uitgezonderd van deze verplichting. In artikel 27 lid 3 WOR staat dat instemming van de Ondernemingsraad niet vereist is als de pensioenregeling via een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds loopt. In dat geval vinden wijzigingen plaats op het niveau van het pensioenfonds, buiten de directe invloed van de werkgever.
Ondernemingspensioenfonds of verzekerde regeling
Werkgevers die een eigen ondernemingspensioenfonds hebben of werken met een verzekerde pensioenregeling, moeten wel instemming van de OR verkrijgen voor wijzigingen. Dit betekent dat een zorgvuldig medezeggenschapstraject doorlopen moet worden volgens de regels van de WOR. Bovendien kan een transitieplan, zoals voorgeschreven in de Wtp, pas definitief zijn na instemming van de OR.
Groot versus kleine organisaties
Voor ondernemingen met minder dan 50 werknemers geldt een ander regime. De WOR (artikel 35b lid 5) bepaalt dat wijzigingen die betrekking hebben op arbeid, arbeidsvoorwaarden of arbeidsomstandigheden van ten minste 25% van het personeel, moeten worden voorgelegd aan de personeelsvergadering ter advies. Aangezien pensioenwijzigingen een verandering van arbeidsvoorwaarden zijn, moet de personeelsvergadering in dit geval de mogelijkheid krijgen advies uit te brengen.
Er is een duidelijk verschil in de medezeggenschapseisen tussen grote en kleine organisaties. Grotere werkgevers (met meer dan 50 werknemers) hebben de instemming van de OR nodig, terwijl kleinere werkgevers alleen verplicht zijn advies te vragen aan de personeelsvergadering. Hoewel de personeelsvergadering het advies aan de rechter kan voorleggen, kan een werkgever dit advies in principe naast zich neerleggen. Bij grotere organisaties kan een werkgever echter zonder instemming van de OR niet verder en zal hij naar de rechter moeten stappen om vervangende toestemming te verkrijgen.
Pensioenrecht bij PlasBossinade Advocaten & Notarissen
Bij PlasBossinade staan wij klaar om werkgevers te ondersteunen bij ingewikkelde vraagstukken rondom pensioenrecht en medezeggenschap. Onze specialisten helpen u graag om juridische valkuilen te vermijden en uw organisatie soepel door het medezeggenschapstraject te loodsen.