Werknemer met een verslaving
Met enige regelmaat zijn in de jurisprudentie uitspraken te vinden die gaan over werknemers met een verslaving, veelal een alcoholprobleem. De juridische aspecten rondom dit onderwerp kunnen complex worden nu verslaving medisch gezien wordt als een ziekte. De juridische vraag of iemand wel of niet ziek is kan van groot belang zijn in de discussie die tussen werkgever en werknemer speelt. Immers als werkgerelateerde problemen hun oorzaak vinden in een ziekte maakt dat voor de beoordeling van een zaak wel uit.
Ontslag op staande voet
In de zaak die zich bij de rechtbank Rotterdam heeft afgespeeld heeft de werkgever aan een werknemer ontslag op staande voet gegeven in verband met wangedrag van de werknemer tijdens de werkzaamheden, welk wangedrag gerelateerd was aan het feit dat de werknemer onder invloed was van alcohol.
De werknemer verzette zich tegen het ontslag op staande voet met onder andere de stelling dat er sprake is van een opzegverbod, namelijk ziekte in verband met een verslaving.
De kantonrechter die over de zaak oordeelde gaf aan dat de werkgever in het verleden het alcoholgebruik van de werknemer bespreekbaar heeft proberen te maken, maar dat de werknemer altijd zeer stellig heeft ontkend dat hij een alcoholprobleem had. Op basis van de feiten die voor de kantonrechter lagen, concludeerde de kantonrechter dat de werknemer zijn alcoholgebruik bleef ontkennen, althans nooit naar voren heeft gebracht. De kantonrechter oordeelde dat bij een dergelijk ontkennende houding de mogelijkheden voor de werkgever ophouden om een werknemer, die zelf geen probleem ziet, een helpende hand te bieden. De werknemer creëert dan zelf een situatie waarbij geen relatie is tussen het alcoholprobleem en eventuele ziekte en dat daarmee ook geen verband kan worden aangetoond tussen met een eventuele ziekte.
Van een werkgever mag worden verlangd om verslavingsproblemen bespreekbaar te maken en te onderzoeken of er sprake is van ziekte waar iets aan gedaan moet worden waarbij uiteraard de werknemer de verplichting heeft om mee te werken aan bevordering van zijn genezing (dat wil zeggen afkicken van de verslaving). In een situatie waarin de werknemer steeds stellig ontkent dat er sprake is van een verslaving, wordt het iets te opportunistisch om pas bij een rechter opeens te beweren ziek te zijn. Deze zaak laat dus ook zien dat een werknemer niet te lang in ontkenning moet blijven, maar ook zelf realiteitsbesef en kracht moet tonen om een verslaving onder ogen te zien en daar iets aan te doen via de gebruikelijke wegen van arbo-artsmelding en een afkickprogramma.