Spring naar inhoud

Ontwikkelingen in franchiseland III

Geschreven door Fabian Verduijn.

Graag geef ik je hierbij een update over de ontwikkelingen in franchiseland. In 2017 en 2018 schreven wij al over de ontwikkelingen op het gebied van de franchiseovereenkomst en anno 2020 is er wederom reden om de franchiseovereenkomst onder de loep te nemen.

Op 15 juli 2020 is de in het regeerakkoord voorgenomen Wet franchise gepubliceerd in het Staatsblad. Zodoende staat er niks meer in de weg van een majeure verandering per 1 januari 2021 voor de ruim 34.000 franchisenemers en circa 870 franchisegevers die Nederland rijk is.

In deze blog bespreek ik wat de veranderingen voorkomend uit de Wet franchise precies zijn.


Wet franchise

De Wet franchise, op te nemen in het Burgerlijk Wetboek als titel 16 van boek 7, poogt een betere balans tussen de franchisenemer en franchisegever te bewerkstelligen. Op dit moment zou de franchisegever namelijk zijn natuurlijk overwicht doen gelden ten koste van de franchisenemer.[1] Ondanks de eerdere (zelf)regulering bleef de vraag om formele wetgeving bestaan.

De Minister wijst vier gebieden aan waar de balans tussen de franchisepartners kan worden verbeterd, namelijk: precontractuele uitwisseling van informatie,  tussentijdse wijziging van een lopende franchiseovereenkomst, beëindiging van de franchisesamenwerking en overleg tussen de franchisegever en zijn franchisenemer.[2]

De verkozen middelen zijn met name verplichte informatietransparantie en dwingende bepalingen ten aanzien van de inhoud van franchiseovereenkomsten. Waar de franchiseovereenkomst voorheen verschoond was van enige wettelijke definitie wordt zij middels de Wet franchise nu in een dwingend jasje gestoken.

Definitie

Onder een franchiseovereenkomst wordt voortaan verstaan “de overeenkomst waarbij de franchisegever aan een franchisenemer tegen vergoeding het recht verleent en de verplichting oplegt om een franchiseformule op de door de franchisegever aangewezen wijze te exploiteren voor de productie of verkoop van goederen dan wel het verrichten van diensten.”[3]

Informatieverplichtingen

De franchisepartners zijn het voortaan aan elkaar verplicht om zich als goed partner te gedragen. Zodoende zal de (beoogd) franchisenemer tijdig informatie verschaffen omtrent zijn financiële positie gelijk de franchisegever. Daarbij verstrekt de franchisegever tevens tijdig (ten minste vier weken voor het sluiten van de overeenkomst) informatie omtrent het ontwerp van de franchiseovereenkomst en alle overige informatie waarvan hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat deze van belang is voor de franchisenemer.

Wijzigingen

De mogelijkheid om, indien overeengekomen, de franchiseformule en daarmee de overeenkomst eenzijdig te wijzigen blijft (in aangepaste vorm) voor de franchisegever behouden. Indien de wijziging een bepaalde verplichting voor de franchisenemer inhoudt, zal de franchisegever voorafgaand instemming met de uitvoering van het betreffende voornemen van de meerderheid van de getroffen in Nederland gevestigde franchisenemers moeten verkrijgen. Afhankelijk van het aantal franchisenemers en de inhoud van de voorgestelde wijziging kan het verkrijgen van deze meerderheid ten minste bijzonder tijdrovend zijn.

Ondersteuning

De franchisenemer zal op enig moment van de franchisegever bepaalde ondersteuning in de uitvoer van de franchiseformule verwachten danwel wensen. Voortaan is de franchisegever verplicht om al de redelijkerwijs te verstrekken ondersteuning te geven.

Concurrentiebedingen

De Wet legt verscheidene beperkingen op ten aanzien van te formuleren concurrentiebedingen. Voortaan is een concurrentiebeding slechts geldig indien het: op schrift is gesteld, enkel betrekking heeft op goederen of diensten waarop de franchiseovereenkomst tevens betrekking heeft, onmisbaar is in verband met bescherming van overgedragen know how, beperkt is tot de geografische reikwijdte gelijk aan het gebied van de franchiseovereenkomst en in tijd beperkt is tot een jaar na het einde van de franchiseovereenkomst.

Alles in redelijkheid  

De Wet franchise kent welgeteld negen redelijkheidsnormen. Enkele daarvan kunnen nader worden uiteengezet bij algemene maatregel van bestuur. Desalniettemin zal de reikwijdte van de in de Wet vervatte redelijkheidsnormen in de jurisprudentie moeten uitkristalliseren.

Of het nieuwe jasje van de franchiseovereenkomst iedereen zit als gegoten moet dus nog blijken, maar het risico bij one size fits all blijft uiteraard dat het de een te ruim en de ander te strak zit.     


[1] Kamerstukken II, vergaderjaar 2019–2020, 35 392, nr. 3, p. 2.

[2] Idem. 

[3] Artikel 7:911 BW

Heeft u vragen over de Wet franchise?

Neem dan gerust contact op met een van onze advocaten ondernemingsrecht.

Neem contact op